Kopiëren naar andere
opnameapparaten
U kunt de beelden die worden afgespeeld
op de camcorder, kopiëren naar andere
opnameapparaten, zoals videorecorders.
1
Sluit de videorecorder aan op de
camcorder als opnameapparaat.
Zie pagina 61 voor informatie over
aansluitingen.
2
Maak de videorecorder gereed
voor opnemen.
Als u kopieert naar de videorecorder,
plaatst u een band voor de opnamen.
Als u kopieert naar de DVD-recorder,
plaatst u een DVD voor de opnamen.
Als het opnameapparaat beschikt over
een ingangskeuzeschakelaar, zet u deze
in de invoerstand.
3
Maak de camcorder gereed voor
afspelen.
Plaats de band met opnamen.
Stel [TV-TYPE] in op basis van het
weergaveapparaat (televisie, enzovoort)
(p. 32).
4
Start het afspelen op de
camcorder en neem op met de
videorecorder.
Raadpleeg de gebruiksaanwijzing
bij het opnameapparaat voor meer
informatie.
5
Wanneer het kopiëren is voltooid,
stopt u de camcorder en de
videorecorder.
62
• De volgende gegevens kunnen niet worden
uitgevoerd via de DV-interface:
– Aanduidingen
– [B EFFECT] (p. 50), [DIG EFFECT] (p. 48)
of de weergavezoomfunctie (p. 23).
– Titels die zijn opgenomen op andere
camcorders.
• Wilt u de datum/tijd en camera-instellingen
opnemen, dan moet u deze weergeven op het
scherm (p. 56).
• Wanneer u de i.LINK-kabel (optioneel)
gebruikt, wordt het opgenomen beeld
onscherp als de beelden worden onderbroken
op de camcorder terwijl u opneemt met de
videorecorder.