4.3 Eerste ingebruikneming
De netwerkcamera herkent automatisch of er een directe verbinding tussen de PC en de camera tot stand
moet worden gebracht. Hiervoor is een cross-over netwerkkabel nodig. Voor de directe aansluiting bij de
eerste ingebruikneming kunt u de meegeleverde patchkabel gebruiken.
Directe aansluiting van de netwerkcamera op een PC / Laptop
16. Controleer of de netwerkkabel van het type CAT5 is.
17. Sluit de kabel aan op de ethernet-interface van de PC / Laptop en de netwerkcamera.
18. Sluit de voedingskabel aan op de netwerkcamera.
19. Configureer de netwerkinterface van uw PC / Laptop op het IP-adres 192.168.1.1 en Default
Gateway op 192.168.1.2.
20. Ga verder naar punt 4.6 om de eerste installatie af te sluiten en de verbinding met de
netwerkcamera tot stand te brengen.
Aansluiting van de netwerkcamera op een Router / Switch
22. Controleer of de netwerkkabel van het type CAT5 is.
23. Verbind de PC / Laptop met de Router / Switch.
24. Verbind de netwerkcamera met de Router / Switch.
25. Sluit de voedingskabel aan op de netwerkcamera.
26. Wanneer in uw netwerk een naamserver (DHCP) beschikbaar is, stel u de netwerkinterface van
uw PC / Laptop in op "IP-adres automatisch instellen".
27. Sollte kein Namensserver (DHCP) verfügbar sein, konfigurieren Sie die Netzwerkschnittelle Ihres
PCs / Laptop auf 192.168.1.1 und Default Gateway auf 192.168.1.2
28. Ga verder naar punt 4.6 om de eerste installatie af te sluiten en de verbinding met de
netwerkcamera tot stand te brengen.
CAT5 ethernetkabel
Internet
202
Nederlands