Curve C evalueert dit frequentiespectrum lineair en zonder filter (het werkelijke
geluidsniveau).
Druk op de toets „A/C" om dit filter om te schalelen. Het actieve filter wordt op het
display aangegeven met „dBA" of „dBC".
Omschakeling van het meetbereik
De geluidsniveaumeter beschikt over vier meetbereiken.
Het onderste bereik gaat van 30 tot 80 dB,
het middelste bereik gaat van 50 tot 100 dB,
en het bovenste bereik gaat van 80 tot 130 dB.
Het automatische bereik gaat van 30 tot 130 dB.
Indien een van deze bereiken wordt onder- of overschreden, dan wordt op het dis-
play „UNDER" of „OVER" zichtbaar. Schakel naar het eerstvolgende lagere/hogere
meetbereik om.
Druk om over te schakelen op de toets „LEVEL".
Tijdinstelling FAST/SLOW
Het signaal kan worden gemeten met twee verschillende meetintervallen.
Voor snel veranderende signaalniveaus (claxon, schot enz.) moet de tijdinstelling op
„FAST" worden geplaatst. De meetduur bedraagt 125 ms/meting.
Voor traag veranderende signaalniveaus (ruis, brom enz.) moet de tijdinstelling op
„SLOW" worden geplaatst. De meetduur bedraagt 1 s/meting.
Druk om over te schakelen op de toets „FAST/SLOW".
Uitvoeren van een meting
Denk bij luide geluidsbronnen om voldoende gehoorbescherming.
Er bestaat het gevaar van gehoorschade!
Neem de toelaatbare omstandigheden (technische gegevens) in
acht om foutieve metingen te voorkomen.
Kalibratie
De signaalniveaumeter voldoet aan de Europese norm EN 61 672-1 voor signaalni-
veaumeters. Om hem conform de normen te kunnen gebruiken, moet het apparaat
voor elke meting met de evaluatiecurve A (dBA) worden geijkt, d.w.z. met een geluids-
kalibrator van Klasse 2 volgens IEC 60942 worden gecontroleerd, en indien vereist
worden afgeregeld.
Na elke meting moet de nauwkeurigheid nogmaals worden gecontroleerd.
62