Werking - Ventileren
1. Plaats de ventilator op de vloer, op een vlakke ondergrond.
2. S tel de gewenste hoogte van het statief in. Draai hiervoor de hoogtevergrendeling los (tegen de klok
in). Zet het statief in de gewenste hoogte en draai de hoogtevergrendeling weer vast (met de klok
mee).
a
b
3. Stel de gewenste richting van de luchtstroom in. U kunt de ventilator:
a. r echt vooruit (situatie a) of iets naar beneden richten (situatie b). Draai de ventilatorkorf en het
motorhuis in de gewenste stand.
b. v an links naar rechts laten bewegen (in een hoek van 90°). U ventileert een groot gedeelte van de
ruimte. Druk de draaivergrendeling op het motorhuis volledig in.
c. s til laten staan tijdens het ventileren. U ventileert op één plek. Trek de draaivergrendeling uit, totdat
u 'klik' hoort.
4. Stop de stekker in het stopcontact.
Figuur 5
Hoogtevergrendeling losdraaien om
hoogte statief te verstellen
Figuur 7
Bediening van de ventilator
6
Figuur 6
Ventilator recht vooruit
of iets naar beneden richten
Handleiding