IP23.
Beschermingsklasse van de behuizing.
Klasse 3 als tweede cijfer wil zeggen dat dit
apparaat geschikt is om buiten in de regen te
worden gebruikt.
Geschikt voor gebruik in omgevingen met
S
hoog risico.
OPMERKING: Het lasapparaat kan eveneens worden
gebruikt in omgevingen met vervuilingsgraad 3. (Zie IEC
60664).
VERWIJDERING VAN ELEKTRISCHE EN
ELEKTRONISCHE UITRUSTING
Behandel elektrische apparatuur niet als
gewoon afval!
Overeenkomstig de Europese richtlijn 2002/96/EC
betreffende de verwerking van elektrisch en elektronisch
afval en de toepassing van deze richtlijn conform de
nationale wetgeving, moet elektrische apparatuur die het
einde van zijn levensduur heeft bereikt gescheiden wor-
den ingezameld en ingeleverd bij een recyclingbedrijf
dat zich houdt aan de milieuvoorschriften. Als eigenaar
van de apparatuur dient u zich bij onze lokale vertegen-
woordiger te informeren over goedgekeurde inzame-
lingsmethoden. Door het toepassen van deze Europese
richtlijn draagt u bij aan een schoner milieu en een bete-
re volksgezondheid!
2.3 BEVEILIGINGEN
2.3.1 Blokkeerbeveiliging
In geval van een storing kan een knipperend nummer op
het display M verschijnen met de volgende betekenis:
52 = Startknop ingedrukt tijdens het opstarten.
53 = Startknop ingedrukt tijdens het terugstellen van de
thermische beveiliging.
56 = Langdurige kortsluiting tussen de laselektrode en
het te lassen materiaal.
Zet het apparaat uit en weer aan.
Neem contact op met de technische dienst als andere
nummers op het display verschijnen.
2.3.2 Thermische beveiliging
Dit apparaat is beveiligd met een thermostaat, die de
werking van het apparaat blokkeert als de toegestane
temperaturen zijn overschreden. Onder deze
omstandigheden blijft de ventilator werken en knippert
de melding "tH" op het display M.
3 BEDIENINGSELEMENTEN OP HET VOORPANEEL.
Selectietoets V.
Door het telkens kortstondig indrukken van
deze toets wordt de waarde geselecteerd die kan
worden geregeld met de knop I. De waarden die kunnen
worden geselecteerd, hangen af van het gekozen las-
proces en worden weergegeven op de LED's A/B/C/D.
Door de toets langer dan drie seconden in te drukken,
wordt het menu "service functions" (onderhoudsfunc-
ties) geopend. Door in "service functions" (onderhouds-
functies) de toets ingedrukt te houden, wordt de gese-
lecteerde functie opnieuw ingesteld op de fabrieksinstel-
ling; door kortstondig drukken worden de wijzigingen
bevestigd en keert men terug naar het lasproces.
LED A Stroom.
Geeft aan dat het display M de teruggestelde las-
stroom weergeeft. Actief in alle lasprocessen.
LED B Draadaanvoersnelheid.
Geeft aan dat het display M de draadaanvoersnel-
heid voor MIG-lassen weergeeft.
LED C Plaatdikte.
Het display M geeft de aanbevolen plaatdikte weer
op basis van de ingestelde stroom en draadaanvoer-
snelheid voor MIG-lassen.
LED D PROG.
Geselecteerd met de toets V, en met de knop I kan
het volgende worden ingesteld:
De nummers van de programma's voor MIG-lassen en
voor TIG- en MMA-lasprocessen.
De nummers en afkortingen worden weergegeven op
het display M.
Knop I.
Regelt het volgende, afhankelijk van de geselecteerde
LED: Lasstroom, LED A, in alle lasprocessen.
draadaanvoersnelheid (LED B), plaatdikte (LED C) in
MIG-lasprocessen.
nummer van het MIG-programma of TIG- of MMA-
lasprocessen. Kies in de onderhoudsfuncties de vol-
D
C
B
M
N
L
G
H
A
V
I
E
Fig. 1
F
43