Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken

Inbedrijfstelling - WAGNER CONTROL PRO 250 M Betriebsanleitung

Vorschau ausblenden Andere Handbücher für CONTROL PRO 250 M:
Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen
  • DE

Verfügbare Sprachen

  • DEUTSCH, seite 1
Control Pro 250 M
Drukontlastingsprocure
Vergeet niet de drukontlastingsprocedure uit te voeren wanneer u het toestel om welke reden dan ook afsluit.
Door deze handelwijze wordt de druk uit de spuitslang en het pistool afgelaten.
Gevaar
1. Borg het spuitpistool. (Afb. 9, A)
2. Schakel het toestel uit (drukregelaar in positie 0).
Draai de keuzeschakelaar in de stand PRIME (verticaal). (Afb. 10)
3. Ontgrendel het spuitpistool. Houd het spuitpistool boven een lege bak en druk op de trekker om de druk af te laten.
4. Borg het spuitpistool.

Inbedrijfstelling

Controleer voor aansluiting op het lichtnet dat de netspanning overeenkomt met de gegevens op het typeplaatje.
1. Maak de retourleiding van de aanzuigslang los.
2. Plaats de aanzuigslang (afb. 11, 1) in de materiaalhouder en de retourleiding (afb. 11, 2) in een lege bak.
3. Druk op de rode inlaatklepdrukker, om er zeker van te zijn, dat de inlaatklep vrij is. (Afb. 12)
4. Netsnoer insteken.
5. Draai de keuzeschakelaar in de stand PRIME (verticaal).
6. Houd de retourleiding boven de lege bak.
7. Schakel het apparaat in door de drukregelaar langzaam op 2 te zetten.
8. Schakel het apparaat weer uit (drukregelaar 0) zodra er materiaal uit de retourleiding komt.
9. Bevestig de retourleiding aan de haken van de aanzuigslang. (Afb. 13)
10. Draai de keuzeschakelaar in de stand SPRAY (horizontaal).
11. Houd het spuitpistool aan de rand van een lege bak. (Afb. 14)
12. Ontgrendel het spuitpistool en houd de trekker tot het materiaal gelijkmatig naar buiten komt.
13. Laat de trekker los en ontgrendel het spuitpistool.
14. Plaats de mondstukhouder op het spuitpistool (afb. 15 A) en draai hem in de eindpositie (afb. 15 B) om hem te bevestigen.
15. Zet het mondstuk met de spuit naar voren wijzend erin. (Afb. 16)
Spuittechniek
Vergeet niet de drukontlastingsprocedure uit te voeren wanneer u het toestel om welke reden dan ook afsluit.
Door deze handelwijze wordt de druk uit de spuitslang en het pistool afgelaten.
Gevaar
Zorg ervoor dat de verfslang vrij is van knikken en uit de buurt van voorwerpen met scherpe randen.
Het is efficiënt, om eerst op een karton of soortgelijke ondergrond te oefenen, om het spuitbeeld te controleren en zich met het
gebruik van het spuitpistool vertrouwd te maken.
Bij een gelijkmatige spuitproef zoals in afbeelding 17 A zijn alle instellingen correct.
i
Vertoont de spuitproef "kantstrepen" zoals in afbeelding 17 B, verhoog dan trapsgewijs de druk of verdun verder in
stappen van 5%. (maximaal toegestane verdunning van de fabrikant in acht nemen).
De sleutel voor een hoogwaardig resultaat is de gelijkmatige laag van het gehele oppervlak.
Beweeg uw arm met een constante snelheid en houd het spuitpistool op een constante afstand van het oppervlak. De beste
spuitafstand is 20 tot 25 cm tussen het spuitmondstuk en het oppervlak. (Afb. 18, A)
Houd het spuitpistool onder een rechte hoek ten opzichte van het oppervlak. Dit betekent dat u uw gehele arm heen en weer
moet bewegen, en niet slechts uw pols buigen. (Afb. 18, B)
Houd het spuitpistool haaks ten opzichte van het oppervlak, anders wordt het ene uiteinde van het patroon dikker dan het
andere. (Afb. 18, C)
Trek de trekker aan nadat u bent begonnen met de armbeweging. Laat de trekker los voordat u stopt met de armbeweging.
(Afb. 18, D) Het spuitpistool moet in beweging zijn op het moment dat de trekker wordt aangetrokken of losgelaten. Zorg bij
elke slag voor een overlapping van ongeveer 30%. Dit resulteert een gelijkmatige dekking.
i
Tijdens het werken schakelt de pomp steeds weer aan en uit om de druk te regelen.
Dit is normaal en geen foutief functioneren.
NL
49

Werbung

Inhaltsverzeichnis
loading

Diese Anleitung auch für:

Control pro 350 extra cart

Inhaltsverzeichnis