18
18)
Zeefdragergreep
19)
Filterhouder
20)
Zeefhouder
21)
Filterelement, klein kopje
22)
Filterelement, grote kop
23)
Doseerlepel
24)
Padhouder
6.
Apparaat voorbereiden
Verwijder het verpakkingsmateriaal volledig.
Spoel het water- en melkreservoir, het deksel van het melkreservoir met melkschuimpijp-
je en slang en de zeefdrager grondig uit met een mild reinigingsmiddel en water (zie ook
"Stel grotere koppen of glazen rechtstreeks op het afvoerrooster onder de koffie-uitloop
aan de zeefdrager. Bij kleinere kopjes en glazen trekt u de kopjeslade uit en zet u het kop-
je daarop. Let erop dat u de kopjeslade niet helemaal uittrekt om een stabiele stand te
waarborgen. " op pagina 52). Spoel de onderdelen goed af met helder water en droog
alles zorgvuldig af.
Plaats het apparaat op een stevige, vlakke en hittebestendige ondergrond.
Laat het apparaat een cyclus doorlopen zonder koffie en melk om restanten van de fa-
bricage te verwijderen. Vul beide reservoirs met water en ga te werk zoals hieronder be-
schreven. Giet vervolgens het water weg.
7.
Espressomachine gebruiken
Vul het waterreservoir met vers leidingwater tot een niveau tussen de MIN- en
MAX-markeringen.
Vul het melkreservoir met melk (naar eigen voorkeur volle melk, halfvolle melk, sojamelk
etc.) tot een niveau tussen de MIN- en MAX-markeringen.
Plaats het gewenste filterelement met het nokje naar voren in de zeefdrager. Om het filte-
relement in de zeefdrager te bevestigen, draait u het filterelement naar rechts of links. Als
alternatief kunt u de filterhouder omhoog klappen en het filter daarmee vasthouden, bv.
om koffierestanten te verwijderen.
Vul de zeef met vers gemalen espressokoffie tot aan de MAX-markering.
Druk het koffiepoeder met het vlakke uiteinde van de doseerlepel in het filter (zie onder-
staande afb.).
20
19
21 22
23
DE
FR
NL
EN
24
ES
IT
51 van 118