Verhelpen van storingen
(vervolg)
Het apparaat reageert niet op de
afstandsbediening.
• Zorg dat er geen obstakels tussen de
afstandsbediening en de stereo-installatie zijn.
• Richt de afstandsbediening van iets dichterbij
recht op de afstandsbedieningssensor van de
stereo-installatie.
• Wellicht zijn de batterijen (bijna) leeg.
Vervang beide batterijen door nieuwe.
• Controleer of de batterijen niet verkeerd-om
zijn ingelegd.
Luidsprekers
Een van de luidsprekers geen geen geluid
of de weergave van links en rechts klinkt
onevenwichtig.
• Controleer de luidspreker-aansluitingen en de
opstelling van de luidsprekers.
Compact disc speler
Het afspelen van de compact disc begint
niet.
• Misschien is de compact disc vuil.
• Er kunnen krassen op de compact disc zijn.
Probeer of een andere CD wel goed wordt
afgespeeld.
• Misschien is de CD ondersteboven ingelegd,
met de label-kant onder.
• Er kan vocht uit de lucht in het apparaat zijn
gecondenseerd. Verwijder de compact disc en
laat de stereo-installatie een uur lang
ongebruikt aan staan, zodat het condensvocht
kan verdampen.
De weergave begint niet bij het eerste
muziekstuk.
• De compact disc speler staat ingesteld op
programma-weergave of weergave in
willekeurige volgorde. Druk enkele malen op
de PLAY MODE toets zodat de "PGM" en
"SHUFFLE" aanduidingen uit het
uitleesvenster verdwijnen.
NL
30
Cassettedeck
Het opnemen lukt niet.
• Misschien is er geen cassette in deck B
aanwezig.
• Het wispreventienokje van de cassette is
verwijderd (zie blz. 28).
• De band is geheel naar het einde
doorgespoeld.
Het is niet mogelijk op te nemen of weer te
geven of het geluid klinkt maar heel zacht.
• Wellicht zijn de bandkoppen vuil. Reinig de
koppen (zie blz. 29).
• De opname/weergavekoppen zijn
gemagnetiseerd. Demagnetiseer de
bandkoppen (zie blz. 29).
Eerdere opnamen worden onvoldoende
gewist.
• De opname/weergavekoppen zijn
gemagnetiseerd. Demagnetiseer de
bandkoppen (zie blz. 29).
Teveel snelheidsfluctuaties of soms
wegvallend geluid.
• Vuil op de capstan-assen of aandrukrollen.
Reinig de koppen en het bandloopwerk (zie
blz. 29).
Teveel ruis of wegvallende hoge tonen.
• De opname/weergavekoppen zijn
gemagnetiseerd. Demagnetiseer de
bandkoppen (zie blz. 29).
Radio-ontvangst (tuner)
Ernstige brom of andere storing in de
radio-ontvangst (in het uitleesvenster
knippert de "TUNED" of de "STEREO"
aanduiding).
• Richt of verstel de antenne.
• De ontvangen zender komt te zwak door. Sluit
een buitenantenne aan (zie blz. 9).
• Zorg dat de antennes juist zijn aangesloten.
• Let op dat de antennedraad niet is opgerold of
opgevouwen.
• Misschien is de dubbele FM-antennedraad te
ver uiteen getrokken. Repareer de antenne of
vervang deze door een nieuwe.
• Controleer of de AM-antennedraad te ver van
de standaard is losgeraakt.
Een FM-stereo uitzending wordt niet in
stereo weergegeven.
•Druk op de STEREO/MONO toets zodat er
"STEREO" in het uitleesvenster verschijnt.