het apparaat uitschakelen en
de stekker uit het stopcontact
trekken.
– Reparaties en werkzaamhe-
den aan elektrische compo-
nenten mogen alleen door
bevoegde medewerkers van
de technische dienst worden
uitgevoerd.
– Controleer netsnoer en stek-
ker vóór gebruik altijd op be-
schadigingen. Laat een be-
schadigd netsnoer onmiddel-
lijk vervangen door een be-
voegde klantendienst-/
elektromonteur.
– We adviseren wandcontact-
dozen met voorgeschakelde
lekstroom-veiligheidsschake-
laar (maximaal 30 mA nomi-
nale activerings-stroomsterk-
te) te gebruiken, ter vermij-
ding van elektrische ongeluk-
ken.
– Gebruik uitsluitend een spat-
waterdicht verlengsnoer met
een doorsnede van minimaal
3x1 mm².
– Als er verbindingen met het
netsnoer of de verlengkabel
worden vervangen, moet er-
voor worden gezorgd dat de
spatwaterbescherming en de
mechanische sterkte behou-
den blijven.
– Voordat het apparaat van het
stroomnet wordt gehaald,
moet het altijd eerst met de
hoofdschakelaar worden uit-
geschakeld.
34
– Schakel het apparaat bij
schuimvorming of het vrijko-
men van vloeistof onmiddel-
lijk uit of verwijder de netstek-
ker!
WAARSCHUWING
Geen schuurmiddelen, glas of
reinigingsmiddelen gebruiken!
Dompel het apparaat nooit in
water.
Bepaalde stoffen kunnen door
het opwaaien met de zuiglucht
explosieve dampen of mengsels
vormen!
De volgende stoffen nooit opzui-
gen:
– Explosieve of brandbare gas-
sen, vloeistoffen en stof (re-
actief stof)
– Reactief metaalstof (bijv. alu-
minium, magnesium, zink) in
verbinding met sterk alkali-
sche en zure reinigingsmid-
delen
– Onverdunde sterke zuren en
logen
– Organische oplosmiddelen
(bijv. benzine, verfverdunner,
aceton, stookolie).
– Bovendien kunnen deze stof-
fen de bij het apparaat ge-
bruikte materialen aantasten.
– 7
NL