Apparaat bouwt geen druk meer op
– Lucht in het systeem
Pomp ontluchten:
Reinigingsmiddel-doseerapparaat op
„0" stellen.
Bij geopende handspuitpistool het ap-
paraat met de apparaatschakelaar
meermaals in- en uitschakelen.
Bij een geopend handspuitpistool de re-
gelspoel (afbeeldings 7) open- en dicht-
draaien.
Instructie
Door het demonteren van de hogedruk-
slang van de hogedrukaansluiting wordt het
ontluchten versneld.
Indien reinigingsmiddelreservoir leeg is,
navullen.
Aansluitingen en leidingen controleren.
– Druk is ingesteld op „MIN"
Druk op „MAX" stellen.
– Zeef in de wateraansluiting vervuild.
Zeef reinigen.
Fijn filter reinigen, zo nodig vernieuwen.
– Watertoevoerhoeveelheid te laag
Watertoevoerhoeveelheid controleren
(zie Technische gegevens).
Apparaat lekt, water drupt onderaan
uit het apparaat
– Pomp ondicht
Instructie
Toegelaten zijn 3 druppels/minuut.
Bij sterkere ondichtheid het apparaat
door de klantendienst laten controleren.
Apparaat schakelt constant in en uit
bij een gesloten handspuitpistool
– Lek in het hogedruksysteem
Hogedruksysteem en aansluitingen op
dichtheid controleren.
62
Nederlands
Apparaat zuigt geen reinigingsmid-
del aan
Apparaat bij een geopend reinigings-
middel-doseerapparaat en een geslo-
ten watertoevoer laten draaien tot het
vlotterreservoir leeggezogen en de druk
tot „0" gedaald is.
Watertoevoer opnieuw openen.
Indien de pomp nog steeds geen reini-
gingsmiddel aanzuigt, kan dat de volgende
oorzaken hebben:
– Filter in de reinigingsmiddel-zuigslang
verontreinigd
Filter reinigen.
– Terugslagklep vastgekleefd
Afbeelding 13
Reinigingsmiddelslang verwijderen en
terugslagklep met een stomp voorwerp
lossen.
Brander ontsteekt
– Brandstofreservoir leeg
Bijvullen.
– Watertekort
Wateraansluiting controleren, toevoer-
leidingen controleren, watertekortbevei-
liging reinigen.
– Brandstoffilter verontreinigd
Brandstoffilter vervangen.
– Draairichting verkeerd. Bij een juiste
draairichting is een sterke luchtstroom
uit de uitlaatgasopening van de brander
voelbaar.
Afbeelding 14
Draairichting testen. Zo nodig polen op
de apparaatstekker wisselen.
– Geen ontstekingsvonk
Indien bij de werking door het kijkglas
geen ontstekingsvonk zichtbaar is,
moet het apparaat door de klanten-
dienst gecontroleerd worden.