2.3
Algemene veiligheidsaanwijzingen
Installatie, ingebruikneming, reparatie, onderhoud
op een deskundige manier uitvoeren!
Het toestel mag enkel door een erkend installateur geïn-
stalleerd worden. Hierbij moet hij de bestaande voor-
schriften, regels en richtlijnen in acht nemen. Hij is even-
eens voor ingebruikneming, reparatie en onderhoud van
het toestel bevoegd.
Een beschadigd geleverd toestel melden!
> Breng bij schade aan het toestel voor het aansluiten
absoluut de leverancier op de hoogte.
Materiële schade door een ondeskundige installatie
vermijden!
De Vaillant elektrische boiler is een drukloos toestel
en mag alleen met een lagedrukarmatuur geïnstalleerd
worden.
> Gebruik uitsluitend lagedrukarmaturen.
Voor corrosiebescherming zorgen!
De toestellen mogen alleen voor het opwarmen van
drinkwater gebruikt worden. Als het water niet voldoet
aan de wettelijke vereisten voor drinkwater, kan schade
aan het toestel door corrosie niet uitgesloten worden.
> Controleer voor de installatie of de waterkwaliteit aan
de vereisten van de tapwaterverordening voldoet.
Toestel tijdig vullen (door de installateur)!
> Vul voor de eerste ingebruikneming en telkens na het
legen van de elektrische boiler voor u de netstekker
aansluit.
Lekkages
> Laat lekken door uw erkende installateur verhelpen.
Levensgevaar door elektrische schok aan
spanningvoerende leidingen en aansluitingen!
Bij alle werkzaamheden aan het geopende toestel, voor-
aal aan stroomvoerende leidingen en aansluitingen,
bestaat levensgevaar door elektrische schok.
> Voer geen werkzaamheden aan het toestel uit.
> Informeer uw installateur als uw elektrische boiler
niet correct functioneert.
Verbrandingsgevaar door heet water!
De uitlooparmaturen en het uitlopende water kunnen
tot 85 °C heet worden.
> Let bij het gebruik van de elektrische boiler op het
gevaar voor verbranding door hoge uitlooptemperatu-
ren.
> Let vooral op het verbrandingsgevaar als u de elektri-
sche boiler op de stand "heet water" ingesteld hebt.
> Stel de temperatuurkeuzeknop van de elektrische boi-
ler in het normale bedrijf op energiespaarstand "E",
dit komt overeen met ca. 60 °C.
Gebruiksaanwijzing elektrische boiler VEN 10/5 O/U 0020129650_01
Veiligheids- en waarschuwingsaanwijzingen 2
Materiële schade aan het toestel door gebruik
van minderwaardig water!
Een elektrische boiler mag uitsluitend voor de opwar-
ming van tapwater gebruikt worden.
Dit tapwater moet aan de Duitse tapwaterverordening
voldoen. Anders kan corrosie aan het toestel niet uitge-
sloten worden.
> Spreek uw erkend installateur over de eisen aan
de tapwatereigenschappen aan.
Vorstschade vermijden (door de gebruiker)!
Bij vorst bestaat gevaar voor schade aan het toestel.
> Zorg er daarom voor dat de elektrische boiler bij
vorst in elk geval in gebruik blijft en alle vertrekken
voldoende getempereerd zijn.
Ook als vertrekken of de hele woning tijdelijk niet
gebruikt worden, moet de verwarming in gebruik blijven!
De vorstbeveiliging is alleen actief als het toestel van
stroom voorzien wordt. De temperatuurkeuzeknop moet
op de stand "vorstbeveiliging" staan. Het toestel moet
op de stroomvoorziening aangesloten zijn.
Voor toevoerleidingen en aangesloten armaturen
bestaat geen vorstbeveiliging door toestelinstellingen.
Blijft de elektrische boiler langere tijd in een onver-
warmde ruimte buiten gebruik (bijv. wintervakantie),
dan moet de elektrische boiler van het net gescheiden
en volledig geleegd worden.
> Bespreek de eisen met uw erkende installateur.
> Zorg ervoor dat uw elektrische boiler in een doorlo-
pend vorstvrije ruimte geïnstalleerd wordt.
Vorstschade vermijden (door de installateur)!
Bij vorst bestaat gevaar voor schade aan het toestel.
> Informeer de gebruiker over de mogelijkheden van
vorstbeveiliging.
> Wijst de gebruiker erop dat hij de elektrische boiler
niet helemaal mag uitschakelen als hij de vorstbeveili-
gingsfunctie wil gebruiken.
> Informeer de gebruiker erover dat de elektrische boi-
ler van het net gescheiden en volledig geleegd moet
zijn als de boiler langere tijd in een door vorst gevaar
lopende, onverwarmde ruimte buiten gebruik moet
blijven.
> Wijs de gebruiker erop dat voor toevoerleidingen en
aangesloten armaturen geen vorstbeveiliging bestaat
door de toestelinstellingen.
BE
5
NL