Grenswaarde voor alarm instellen
Hier kan een grenswaarde van 0,01 μSv tot 9999,999 μSv worden ingesteld. Van zodra deze grenswaarde wordt
bereikt of overschreden, stuurt het apparaat een alarm uit.
DOSIMETER
De grenswaarde wordt van de laagste mogelijke waarde met de navigatietoetsen "r" en "s" (2) ingesteld en
worden met de toets "OK" (4) bevestigd. Bij elke bevestiging met de toets "OK" (4) knippert een positie naar links
om deze in te voeren. Bij een foutieve invoer is het op elk moment mogelijk om met de menu-toets (3) naar de
vorige positie terug te keren.
Dosismeter starten
Nadat alle zes de plaatsen met de toets "OK" (4) werden bevestigd, kan de dosismeter worden gestart.
Kies daarom met de navigatietoetsen "r" en "s" voor het knipperende "On" in en bevestig met de toets "OK" (4).
DOSIMETER
Daarop zendt het apparaat een piepsignaal uit en is de dosismeter geactiveerd. De activiteit van de dosismeter
wordt door het symbool "
Dosismeterscherm
Een wissel van de schermweergave van de gemeten stralingsdosis naar de voorbije meetduur is op elk moment
mogelijk met de navigatietoetsen "r" en "s" (2).
Als er meerdere metingen actief zijn, kunnen alle actuele meetwaarden en de meetduur met de navigatie-
toetsen "r" en "s" (2) worden opgeroepen. Bij de waarden van de afzonderlijke metingen verschijnt het
respectievelijk bijhorende symbool ("
Gekozen parameters opvragen
Druk op de menu-toets (3) en kies het dosismeterprogramma met de navigatietoetsen "r" en "s" (2). Druk op
de toets "OK" (4) en het symbool '
gedrukt, verschijnt de gekozen meetduur en de grenswaarde voor het alarm (en telkens bovendien het symbool
"
").
Tot slot drukt u nogmaals op de toets "OK" (4). Het scherm geeft dan de actuele waarde van de actieve meting
weer. Het is ook hier op elk moment mogelijk om, zoals gewoonlijk, met de menu-toets (3) een niveau terug te
keren.
100
µSv
MAX
" weergegeven.
" – "
" en "On" knippert. Telkens opnieuw op de toets "OK" (4) wordt
" – "
").