Het voorpaneel met beide handen vasthouden en langzaam
9.
naar boven trekken. Uit de bevestigingsklemmen nemen.
Daarna het paneel voorzichtig naar voren toe verwijderen. Let
erop dat de kabels niet beschadigd en de verbindingen niet
losraken.
Bypass-schroeven vervangen
Draai de bypass-schroeven met een platte schroevendraaier
1.
(nr. 2) los. Draai de bypass-schroeven eruit.
De nieuwe bypass-schroeven, die u na de omzetting naar
2.
een andere gassoort nodig hebt, kunt u met behulp van de
tabel bepalen. Zie het hoofdstuk "Technische
eigenschappen - gas".
Controleer of de afdichtingen van de bypass-schroef goed
3.
zitten en foutloos functioneren. Gebruik alleen bypass-
schroeven met intacte afdichtingen.
Plaats de nieuwe bypass-schroeven en draai deze stevig aan.
4.
Verzeker u ervan dat alle bypass-schroeven op de juiste
afsluitkranen zijn aangesloten.
Vervolgens moet nu beslist een lektest worden uitgevoerd.
5.
Zie het hoofdstuk "Lektest".
Bedieningspaneel monteren
Montage in omgekeerde volgorde.
Het voorpaneel met beide handen vasthouden en voorzichtig
1.
inbrengen. Let erop dat de kabels niet beschadigd en de
verbindingen niet losraken.Licht naar onderen bewegen en in
de bevestigingsklemmen plaatsen.
De beide schroeven (T15) (M4), die van het
2.
bedieningspaneel zijn afgenomen, weer indraaien.
De schroeven (T20) die aan de rechter- en linkerkant uit de
3.
frontprofielen zijn gehaald weer inbrengen. De kunststof
afschermingen weer aanbrengen.
De kookplaat voorzichtig inbrengen. Let erop dat de kunststof
4.
onderdelen onder de schroeven er niet uitvallen. De beide
schroeven (T20) rechts- en linksvoor op de kookplaat weer
indraaien. Alle aanwezige brander-aansluitschroeven in de
kookplaat draaien.
Voor modellen met wokbrander (optioneel): de 4 torx-
5.
schroeven (M4), die van de wokbrander verwijderd zijn weer
indraaien.
De bovenste fornuisafscherming (indien aanwezig) aan beide
6.
kanten vasthouden en loodrecht naar beneden in de houder
plaatsen.
De branderbehuizingen inbrengen, daarbij letten op de juiste
7.
afmetingen en ervoor zorgen dat de ontstekingskaars in de
opening aan de rand van de branderbehuizing wordt
ingebracht. De branderdeksels midden op de juiste
branderonderdelen plaatsen.
Pannenhouders weer inbrengen. Zorg ervoor dat de
8.
pannenhouder met een spanbreedte van 80 mm op de extra
brander wordt gezet.
De schakelaars voorzichtig inbrengen.
9.
In deze fase dient beslist de werking van de branders te
10.
worden gecontroleerd. Zie hiervoor het hoofdstuk "Correcte
werking van de branders".
Controleer of het apparaat goed werkt.
11.
Ovenbranders vervangen (optie)
Voorbereiding
Schakel alle schakelaars op het bedieningspaneel uit.
Sluit de gastoevoer.
:
Gevaar voor elektrische schok!
Onderbreek de stroomtoevoer naar het apparaat.
Vervang de sproeier voor de ovenbrander
Open de ovendeur.
1.
Draai de voorste bevestigingsschroef van de bodemplaat los.
2.
Houd de bodemplaat vooraan vast, licht hem op en trek hem
3.
eruit.
27