LCD-scherm
• Hoewel het LCD-scherm is vervaardigd met behulp
van precisietechnologie en 99,99% of meer van de
pixels werken, kunnen er toch donkere of heldere
puntjes (rood, blauw of groen) permanent zichtbaar
zijn op het LCD-scherm. Dit is normaal voor een
LCD-scherm en duidt niet op een storing.
• Stel het LCD-scherm niet bloot aan directe
zonnestraling. Hierdoor kan het oppervlak immers
worden beschadigd.
• Druk niet het op het scherm, kras het niet en plaats er
ook geen voorwerpen op. Het beeld kan vervormen of
het LCD-scherm kan worden beschadigd.
• Wanneer dit toestel op een koude plaats wordt
gebruikt, kan het beeld gevlekt of donker zijn.
Dit duidt niet op een storing. Dit fenomeen verdwijnt
wanneer de temperatuur stijgt.
• Bij langdurige weergave van stilstaande beelden
kunnen er spookbeelden optreden. Deze kunnen na
enige tijd verdwijnen.
• Wanneer het toestel werkt kunnen het scherm en de
behuizing warm worden. Dat is normaal en duidt niet
op storing.
Fluorescentielamp
Dit toestel is uitgerust met een fluorescentielamp als
lichtbron. Wanneer het beeld donker wordt, knippert of
helemaal niet verschijnt, moet de fluorescentielamp
worden vervangen. Laat dit over aan vaklui.
Hitte
Raak het oppervlak van het toestel niet aan. Dit is heet,
zelfs wanneer het toestel al een tijdje is uitgeschakeld.
Reiniging van het scherm
Het scherm is voorzien van een speciale coating die
lichtreflectie beperkt. Hou rekening met het volgende om
te voorkomen dat die wordt beschadigd.
• Reinig het scherm met een zachte doek om stof te
verwijderen. Gebruik bij sterke bevuiling een zachte
doek die lichtjes is bevochtigd met een zacht
zeepsopje. De zachte doek kan worden gewassen en
herhaaldelijk gebruikt.
• Gebruik geen schuursponsje, alkalisch/zuur
reinigingsmiddel, schuurpoeder noch sterke solventen
zoals alcohol, benzine of thinner.
De kijkhoek van de TV regelen
Om de kijkhoek te regelen, moet u de stand met uw hand
vasthouden zodat hij niet kan losraken of vallen.
Let op dat uw vingers niet beklemd raken tussen de TV en
de stand.
Netsnoer
Wanneer het netsnoer is
beschadigd, bestaat er
gevaar voor brand of
elektrocutie.
• Het netsnoer mag niet
teveel worden geklemd,
gebogen noch gedraaid.
Hierdoor kunnen de
draden worden ontbloot
of doorgesneden, wat
kortsluiting kan
veroorzaken met
mogelijk brand of
elektrocutie tot gevolg.
• Het netsnoer mag niet worden omgevormd noch
beschadigd.
• Plaats niets zwaars op het netsnoer. Trek ook
nooit aan het snoer zelf.
• Hou het netsnoer uit de buurt van
warmtebronnen.
• Trek altijd aan de stekker zelf om die uit het
stopcontact te halen.
Gebruik een beschadigd netsnoer niet langer en laat
het meteen vervangen door uw dealer of in een Sony
servicecentrum.
Niet in gebruik
Om milieu- en
veiligheidsredenen
moet het toestel
worden
uitgeschakeld – en
niet in de
wachtstand gelaten – wanneer het niet wordt
gebruikt. Trek de stekker uit het stopcontact.
Kabels
Let op dat u niet over de kabels struikelt. Hierdoor
kan het toestel worden beschadigd.
Installatie
Installeer los verkrijgbare componenten niet te dicht
bij het toestel. Hou los verkrijgbare componenten
minstens 30 cm verwijderd van het toestel. Wanneer
een videorecorder voor of naast het toestel is
geplaatst, kan het beeld vervormen.
Veiligheidsinformatie
NL
17