Remvermogen controleren
•
Plaats de motorkettingzaag op een stabiele
ondergrond en start ze. Zorg ervoor dat de
zaagketting niet in contact kan komen met de grond of
een ander voorwerp. Zie instructies onder de kop
Starten en stoppen.
•
Hou de motorkettingzaag stevig vast met uw duimen
en vingers stevig om de handvatten.
•
Geef volgas en activeer de kettingrem door uw
linkerpols naar de terugslagbeveiliging te bewegen.
Laat het voorste handvat niet los. De ketting moet
onmiddellijk stoppen.
Gashendelvergrendeling
•
Controleer of de gashendel vergrendeld is in de
stationaire stand wanneer de gashendelvergrendeling
in de oorspronkelijke stand staat.
124 – Dutch
ONDERHOUD
•
Druk de gashendelvergrendeling in en controleer of
ze teruggaat naar de oorspronkelijke positie wanneer
u haar loslaat.
•
Controleer of de gashendel en de
gashendelvergrendeling vlot lopen en of hun
terugspringveersystemen werken.
•
Start de motorkettingzaag en geef vol gas. Laat de
gashendel los en controleer of de ketting stopt en stil
blijft staan. Als de ketting draait terwijl de gashendel
in de stationaire stand staat, neem dan contact op met
uw servicedealer.
Kettingvanger
•
Controleer of de kettingvanger niet beschadigd is en
of hij vast zit in de het motorzaaghuis.
Trillingdempingssysteem
•
Controleer het trillingdempingselement regelmatig op
materiaalbarsten en vervormingen.