Bodemdruk van maaidek controleren
en aanpassen
Een juiste bodemdruk zorgt ervoor dat het maaidek
boven de bodem beweegt, maar er niet hard tegenaan
drukt.
1. Verifieer of de banden een spanning hebben van 60
kPa (0,6 bar / 9,0 psi).
2. Parkeer het product op een vlakke ondergrond.
3. Zet het maaidek omlaag in de maaistand.
4. Plaats een personenweegschaal onder de voorkant
van het maaidek.
5. Plaats een blok tussen het frame en de weegschaal
om er zeker van te zijn dat de steunwielen geen
gewicht dragen.
6. Om de bodemdruk af te stellen draait u aan de
stelschroeven achter beide voorwielen.
7. Draai de bouten rechts- of linksom totdat de
bodemdruk tussen 12 en 15 kg ligt (26.5-33 lb).
Controleren of het maaidek correct is
uitgelijnd
1. Verifieer of de banden een spanning hebben van 60
kPa (0,6 bar / 9,0 psi).
2. Parkeer het product op een vlakke ondergrond.
3. Zet het maaidek omlaag in de maaistand.
246 - 001 - 04.10.2017
4. Meet de afstand tussen de bodem en de voorste en
achterste rand van het maaidek. Zorg dat de
achterkant 4-6 mm (1/5") hoger is dan de voorkant.
De uitlijning van het maaidek afstellen
1. Verwijder de voorste afdekking en het rechter
spatbord.
2. Verwijder de schroeven waarmee de
riemafscherming is bevestigd en til de
riemafscherming eraf.
3. Draai de moeren op de hefarm los.
89