Starten en gebruik
!
De lijm die gebruikt is voor de afdichtingen laat wat
vetvlekjes achter op het glas. Voordat u het apparaat
gebruikt raden wij u aan de vlekken te verwijderen
met een speciaal niet-schurend schoonmaakmiddel.
Gedurende de eerste paar uur dat u het apparaat
gebruikt kan het zijn dat u een rubbergeur ruikt. Deze
zal echter snel wegtrekken.
!
Als de kookplaat elektrisch wordt aangesloten hoort
u na enkele seconden een kort geluidssignaal afgaan.
Alleen dan kunt u de kookplaat aanzetten.
Als u lang op de toetsen drukt
!
stroomsterkte en de minuten van de timer snel laten
toenemen.
Inschakelen kookplaat
Druk ongeveer 1 seconde op de knop
inschakelen van de kookplaat.
Inschakelen kookzones
Iedere kookzone wordt in werking gesteld door middel
van een selectietoets
en een regelsysteem voor
de stroomsterkte, bestaande uit selectietoetsen voor
een vermogen van tussen de 0 en de 9.
• Voor het in werking stellen van een kookzone drukt
u op de betreffende toets en stelt u de gewenste
stroomsterkte in (van 0 tot 9) door middel van de
selectietoetsen.
Uitschakelen kookgedeeltes
Voor het uitschakelen van een kookgedeelte kiest u dit
door middel van de selectietoets
• Druk op de selectietoets voor het vermogen 0: het
vermogen gaat onmiddellijk terug naar 0 en het
kookgedeelte gaat uit.
Power functie
Voor het versnellen van de verwarmingstijd van
de kookzones, is het mogelijk de power functie te
activeren. Schakel de stroom van de gewenste
kookzone
in zoals beschreven in de voorgaande
paragraaf. Houd de toets voor het selecteren
van de kookzone
minstens 2 seconden lang
ingedrukt. Op het display zal de aanwijzer van de
stroomsterkte worden afgewisseld met de letter "P"
en de voordien ingestelde stroomsterkte, net zo lang
totdat de gewenste stroomsterkte is bereikt. Zodra de
temperatuur is bereikt zal het display de ingestelde
stroomsterkte tonen. Om deze functie uit te schakelen
houdt u de selectietoets van de kookzone waarop
-
+
en
kunt u de
voor het
en:
de functie
actief is minstens 2 seconden lang
ingedrukt. Als alternatief kunt u een verschillende
stroomsterkte selecteren m.b.v. de selectietoetsen 0
t/m 9.
De verwarmingselementen
Aan de hand van het type kookplaat kunnen twee
verschillende verwarmingselementen worden
gemonteerd: halogeen of stralend.
De halogeenelementen verspreiden de warmte door de
uitstraling van de halogeenlamp die zich erin bevindt.
De belangrijkste eigenschappen lijken op die van
het gasfornuis: snelle reactie op de bediening en het
onmiddellijk zichtbaar worden van de stroomsterkte.
De stralingselementen bestaat uit een hoeveelheid
spiralen die het gelijkmatig verspreiden van de warmte
op de bodem van de pan garanderen. Hierdoor kunt
u etenswaren optimaal op laag vuur bereiden: voor
stoofschotels, sausen of het opwarmen van gerechten.
Programmering kookduur
! Alle kookgedeeltes kunnen tegelijkertijd
geprogrammeerd worden voor een tijdsduur van
tussen de 1 en de 99 minuten.
1. Kies het kookgedeelte door middel van de
betreffende selectietoets.
2. De gewenste stroomsterkte van het kookgedeelte
instellen.
3. Druk op de programmeertoets
controlelampje voor het betreffende kookgedeelte
begint te knipperen.
4. Stel de gewenste kookduur in door middel van de
-
+
toetsen
en
.
5. Bevestig door op de toets
seconden vindt automatische selectie plaats.
De timer begint gelijk met aftellen. Het einde van
de geprogrammeerde kooktijd wordt aangegeven
door een geluidssignaal (van 1 minuut) waarna het
kookgedeelte uitgaat.
Herhaal de hierboven beschreven procedure voor
iedere kookplaat die u wilt programmeren.
Visualisatie bij een meervoudige programmering.
Indien een of meer kookplaten zijn geprogrammeerd
vertoont het display de resterende tijd van de
kookplaat die als eerste eindigt, terwijl hij de positie
ervan aanduidt door middel van het betreffende
controlelampje dat knippert. De controlelampjes van
de andere geprogrammeerde kookplaten zijn aan.
Om de resterende tijd van de andere
geprogrammeerde kookplaten te visualiseren moet u
. Het
te drukken, of na 10
67
NL