NEDERLANDS
B
Gevaar door elektriciteit!
Richt de waterstraal niet direct op
het apparaat of andere elektrische
delen! Levensgevaar door elektro-
cutie!
Raak de netstekker nooit aan met
natte handen! Trek de stekker nooit
aan het snoer uit het stopcontact.
Het apparaat mag alleen worden
aangesloten aan veiligheidscontact-
dozen die deskundig geïnstalleerd,
geaard en getest zijn. Netspanning
en afzekering moeten overeenstem-
men met de Technische gegevens.
De contactdoos moet afgezekerd
zijn met een FI-schakelaar met een
foutstroom van maximaal 30 mA.
De randaarde-contactdoos of de
stekkerverbinding met een verleng-
snoer moeten ergens neer worden
gelegd waar ze niet onder water
kunnen komen te staan en tegen
water worden beschermd.
Verlengsnoeren moeten een vol-
doende grote aderdoorsnede bezit-
ten (zie „Technische gegevens").
Kabeltrommels
moeten
afgerold zijn.
Netkabel en verlengkabel niet knik-
ken, kneuzen, rukken of overrijden;
tegen scherpe kanten, olie en hitte
beschermen.
Het verlengsnoer mag niet in con-
tact komen met de te pompen vloei-
stof.
Vóór werkzaamheden aan het toe-
stel, de steker uit het stopcontact
nemen.
Gevaar door gebreken aan het
A
apparaat!
Als u bij het uitpakken van het appa-
raat transportschade vaststelt, dan
moet u daar onmiddellijk uw leve-
rancier van op de hoogte stellen.
Neem het toestel niet in bedrijf.
Controleer het toestel, vooral netka-
bel en netsteker vóór iedere inge-
bruikneming op eventuele beschadi-
gingen.
Levensgevaar
elektrocutie!
Een beschadigd apparaat mag pas
opnieuw worden gebruikt nadat het
deskundig werd hersteld.
Voer nooit zelf herstellingen uit aan
het apparaat! Bij ondeskundig uitge-
voerde herstellingen bestaat het
risico dat vloeistof in het elektrische
gedeelte van het apparaat dringt.
Opgelet!
A
Om waterschade te vermijden,
bijv. overstroomde kamers, veroor-
zaakt door storingen of gebreken van
het apparaat:
20
Geschikte
plannen, bijv.:
Alarminrichting of
opvangbekken met bewaking
De fabrikant aanvaardt geen aansprake-
lijkheid voor eventuele schade die vero-
orzaakt wordt door
foutief gebruik van het apparaat.
overbelasting van het apparaat door
permanent gebruik.
gebruik of bewaring van het appa-
raat zonder vorstbescherming.
het uitvoeren van eigenmachtige
veranderingen aan het apparaat.
Reparaties aan elektrische appara-
ten mogen alleen worden uitgevoerd
door een elektromonteur!
het gebruik van onderdelen die niet
door de fabrikant gecontroleerd en
vrijgegeven zijn.
het gebruik van ongeschikt installa-
tiemateriaal (armaturen, aansluitlei-
dingen, enz.).
Geschikt installatiemateriaal:
drukbestendig (min. 10 bar)
warmtebestendig (min. 100 °C)
5. Voor het gebruik
volledig
5.1
Drukleiding aansluiten
De drukleiding wordt of direct aan de
drukaansluiting (6) geschroefd of met
behulp van een multiadapter aangeslo-
ten (drukleiding eventueel met klemmen
zekeren).
6
door
5.2
Plaatsing
A
Let op!
Het installeren van de pomp en
het maken van de boorput mogen
uitsluitend door daartoe bevoegd
geschoold technisch personeel
worden uitgevoerd.
Neem de bijlage bij de ingebruik-
neming van de diepwelpomp in
acht.
Ruimtebehoefte ca. 100 mm door-
snede.
De in de Technische gegevens ver-
melde bedrijfsdiepte mag niet wor-
veiligheidsmaatregelen
den overschreden, het apparaat
mag niet dieper in het water worden
gedompeld.
De aanzuigopening van de pomp
mag zich niet ter hoogte van het fil-
ter van de put en niet vlakbij de
grond bevinden. Bevestig de pomp
zo hoog mogelijk in de put, maar ten
minste twee meter onder de water-
spiegel.
Als de pomp niet in een boorput in
gebruik is, moet de gebruiker ervoor
zorgen dat er geen vuildeeltjes wor-
den aangezogen.
Oppassen!
A
Til de pomp niet op aan het
snoer of de drukslang daar deze niet
voorzien zijn om het gewicht van de
pomp te dragen.
1.
De pomp boven de grond van de
vloeistofbak neerlaten. Gebruik voor
het neerlaten een stabiel touw, dat
aan de kop van de pomp wordt
bevestigd .
De pomp kan ook hangend aan een
touw worden gebruikt.
2.
Netsteker aansluiten.
6. Bediening
6.1
In- en uitschakelen
Voor het inschakelen van de dom-
pelpomp de netsteker in het stop-
contact steken.
Voor het uitschakelen van de dom-
pelpomp de netsteker uit het stop-
contact nemen.
A
Oppassen!
Bij een te laag waterpeil loopt
de diepwelpomp droog en wordt
beschadigd of vernield.
Overtuig u er bij het gebruik van de
pomp van dat het waterpeil altijd vol-
doende is en drooglopen is uitgeslo-
ten.
Bij drooglopen geeft de fabrikant
geen garantie!
Overbelastingsbescherming
Deze pomp bezit een overbelastingsbe-
scherming, die de motor automatisch uit-
schakelt, wanneer de pomp wordt over-
belast.
Indien de overbelastingsbescherming
wordt geactiveerd:
1.
Stekker uit het stopcontact trekken.
2.
oorzaak van de overbelasting ver-
helpen (zie "Onderhoud en verzor-
ging").
6.2
Pompkarakteristiek
Op de pompkarakteristiek kunt u de ver-
houding aflezen tussen de drukhoogte
en het debiet.