„T": cijfer 8 1 x drukken;
„5": cijfer 5 4 x drukken etc.
Wanneer de donkere tekstmarkering een plaatsje
opgeschoven is; kunt u de volgende letter schrijven.
Met de cijfertoets 0 geeft u een Spatie in.
De Umlaut Ä, Ö en Ü voert u in door nog een vijfde keer
op de toetsen A, O resp U te drukken.
Met de snelkiestoets 3 kunt u teken per teken wissen.
Met de pijltoets
beweegt u de cursor naar links; met
de pijlknop
beweegt u de cursor naar rechts.
Zintekens en speciale tekens bevinden zich op cijfertoets
1, en wel in de volgende volgorde:
. , - ? ! ' @ : # $ / _ 1.
De ruittoets # is niet toegekend.
Met de sterretjestoets * wisselt u van invoermethode.
56