OBJ_BUCH-2270-005.book Page 89 Wednesday, September 21, 2016 5:29 PM
Vervang altijd alle batterijen tegelijkertijd. Gebruik alleen bat-
terijen van één fabrikant en met dezelfde capaciteit.
Neem de batterijen uit het meetgereedschap als u het
langdurig niet gebruikt. Als de batterijen lang worden be-
waard, kunnen deze gaan roesten en leegraken.
Oplaadindicatie
De oplaadaanduiding g in het display geeft de laadtoestand
van de batterijen of de accu 30 aan.
Indicatie
Capaciteit
>2/3
≤2/3
≤1/3
≤10 %
Batterijen of accu wisselen
Gebruik
Ingebruikneming
Bescherm het meetgereedschap tegen vocht, direct
zonlicht alsook stof en vuil.
Stel het meetgereedschap niet bloot aan extreme tem-
peraturen of temperatuurschommelingen. Laat het bij-
voorbeeld niet lange tijd in de auto liggen. Laat het meetge-
reedschap bij grote temperatuurschommelingen eerst op
de juiste temperatuur komen voordat u het in gebruik
neemt. Bij extreme temperaturen of temperatuurschom-
melingen kan de nauwkeurigheid van het meetgereed-
schap nadelig worden beïnvloed.
Let op een correcte acclimatisering van het meetge-
reedschap. Bij sterke temperatuurschommelingen kan de
acclimatiseringstijd tot 15 minuten bedragen.
Vermijd krachtige stoten of vallen van het meetgereed-
schap. Na sterke uitwendige invloeden en bij opvallende
zaken in de functionaliteit moet u het meetgereedschap bij
een geautoriseerde Bosch-klantendienst laten controleren.
Het meetgereedschap is met een radio-interface uitge-
rust. Lokale gebruiksbeperkingen, bijv. in vliegtuigen
of ziekenhuizen moeten in acht genomen worden.
In- en uitschakelen
Verwijder het beschermkapje 21 van de infrarood-ontvangst-
lens 23 en het beschermkapje 19 van de luchtvochtigheids-
en omgevingstemperatuursensor 5. Let er tijdens het werk
op dat camera 22, ontvangstlens 23 en sensor 5 niet wor-
den afgesloten of afgedekt, omdat anders geen correcte
metingen mogelijk zijn.
Voor het inschakelen van het meetgereedschap drukt u op de
Aan/Uit-toets 12 of op de toets Meten 4. Op het display 18
verschijnt een startsequentie. Na de startsequentie bevindt
het meetgereedschap zich in de modus die bij de laatste keer
uitschakelen werd opgeslagen. De lasers zijn nog niet inge-
schakeld.
Bosch Power Tools
Uitsluitend bij de eerste ingebruikname verschijnt na de start-
sequentie bovendien het menu „Toestel", waarin u de instel-
lingen van het meetgereedschap zoals bijv. de taal van alle
aanduidingen kunt vastleggen (bediening zie „Submenu „Toe-
stel"", pagina 95). Bevestig de gekozen instellingen door op
de linker functietoets 17 te drukken. Alle instellingen kunnen
ook achteraf in het submenu „Toestel" worden gewijzigd.
Laat het ingeschakelde meetgereedschap niet onbe-
heerd achter en schakel het meetgereedschap na ge-
bruik uit. Andere personen kunnen door de laserstraal
verblind worden.
Richt de laserstraal niet op personen of dieren en kijk
zelf niet in de laserstraal, ook niet vanaf een grote af-
stand.
De helderheid van de displayverlichting wordt bij fabrieksin-
stelling 30 seconden nadat op een toets werd gedrukt, omwil-
le van energiezuinigheid verminderd. Bij drukken op een wil-
lekeurige toets wordt de displayverlichting weer op volle
sterkte ingeschakeld. In het menu „Lichtduur" kunt u deze
verlichtingstijd wijzigen (zie „Lichtduur", pagina 95).
Voor het uitschakelen van het meetgereedschap drukt u op
de Aan/Uit-toets. Het meetgereedschap slaat de actuele mo-
dus evenals de instellingen op en schakelt daarna uit. Plaats
het beschermkapje 21 weer op de ontvangstlens 23 en het
beschermkapje 19 op de luchtvochtigheids- en omgevings-
temperatuursensor 5.
Schakel het meetgereedschap niet uit door de accu of batte-
rij-adapter weg te nemen, omdat daarbij in ongunstige geval-
len het interne geheugen kan worden beschadigd.
In het menu „Uitschakeltijd" kunt u instellen of en na welk
tijdsinterval zonder drukken op een toets/zonder meting het
meetgereedschap automatisch wordt uitgeschakeld (zie „Uit-
schakeltijd", pagina 95). Ook bij het automatisch uitschake-
len worden de actuele modus en de instellingen opgeslagen.
Als de accu of het meetgereedschap zich buiten de in de Tech-
nische gegevens aangegeven gebruikstemperatuur bevindt,
dan wordt het meetgereedschap na een korte waarschuwing
(zie „Oorzaken en oplossingen van fouten", pagina 95) auto-
matisch uitgeschakeld. Laat het meetgereedschap weer op
de juiste temperatuur komen en schakel het dan weer in.
Om energie te sparen, schakelt u het meetgereedschap alleen
in als u het gebruikt.
Vergrotingsniveau instellen
Het beeldfragment op het display kan voor lopende metingen
evenals bij de weergave van opgeslagen screenshots in drie
verschillende vergrotingsniveaus worden weergegeven:
0,5 m, 2 m en 5 m.
De vergrotingsniveaus zijn geoptimaliseerd voor de desbe-
treffende afstand tussen meetgereedschap en meetobject:
bij een meetafstand van 2 m geeft het vergrotingsniveau
„2 m" het (typisch) beste beeldfragment weer.
Het actuele vergrotingsniveau verschijnt in de aanduiding e.
Voor het verhogen van het vergrotingsniveau drukt u op de
pijltoets omhoog 16, voor het verlagen op de pijltoets
omlaag 13.
Nederlands | 89
1 609 92A 211 | (21.9.16)