*1 Niet bijgeleverd
*2 Luidsprekerimpedantie: 4 Ω – 8 Ω × 4
*3 RCA-kabel (niet bijgeleverd)
*4 Afhankelijk van het type auto moet u een adapter
gebruiken voor een afstandsbediening met kabel
(niet bijgeleverd).
Zie voor bijzonderheden over het gebruik van een
afstandsbediening met kabel "De bekabelde
afstandsbediening gebruiken" (pagina 36).
*5 Gebruik, afhankelijk van het type auto een adapter
(niet bijgeleverd) als de antenneaansluiting niet
past.
*6 Plaats de microfooningangskabel zo dat deze u niet
hindert tijdens het rijden, of u de microfoon nu
gebruikt of niet. Maak de kabel vast met een klem,
enz. als deze in de buurt van uw voeten is
geïnstalleerd.
Raadpleeg "De microfoon installeren" (pagina 35)
voor meer informatie over het installeren van de
microfoon.
*7 Gebruik luidsprekers met een uitgangsvermogen
van 50W RMS of meer. Aanbevolen worden de full-
range luidsprekers van de Sony XB-serie.
*8 Wanneer het ampèrerage van de zekering die in uw
auto wordt gebruikt 10 A is, maak dan een directe
aansluiting op de accu, zodat kortsluiting wordt
voorkomen.
*9 Voordat u de aansluiting maakt, moeten de gele en
zwarte draden van de voedingsconnector worden
voorbereid.
Aansluitingen tot stand brengen
Als uw auto uitgerust is met een elektrisch
bediende antenne zonder relaisdoos, kan de
antenne beschadigd raken als u dit apparaat
aansluit met de bijgeleverde voedingskabel .
Naar de luidsprekeraansluiting van de auto
1
Achterluidspreker
(rechts)
2
3
Voorluidspreker
(rechts)
4
5
Voorluidspreker
(links)
6
7
Achterluidspreker
(links)
8
34
NL
Paars
Paars/zwart
gestreept
Grijs
Grijs/zwart
gestreept
Wit
Wit/zwart
gestreept
Groen
Groen/zwart
gestreept
Naar de voedingsaansluiting van de auto
12
Continue voeding
Bediening elektrische
13
antenne/eindversterker
(REM OUT)
Geschakelde voeding
14
voor verlichting
15
Geschakelde voeding
16
Aarding
Wanneer u een rechtstreekse aansluiting op
de accu maakt
Wanneer het ampèrerage van de zekering die in uw
auto wordt gebruikt 10 A is, maak dan een directe
aansluiting op de accu, zodat kortsluiting wordt
voorkomen.
Naar een metalen punt van de auto
Naar de positieve pool van de accu
Opmerkingen
Ook al maakt u de aansluiting met de voedingskabel
van de auto, zal het apparaat misschien niet ten volle
kunnen presteren als gevolg van onvoldoende
vermogen. Als dat het geval is, breng dan een
voedingsaansluiting direct met de accu tot stand.
Alle voedingsdraden die op de positieve pool van de
accu zijn aangesloten, moeten worden voorzien van
een zekering op een afstand van minder dan 450 mm
van de accupool, en voordat zij metalen delen
passeren.
Controleer dat de draden van de accu van de auto die
op het chassis van de auto zijn aangesloten (aarde)*,
van voldoende afmeting zijn en ten minste gelijk zijn
aan die van de hoofd-voedingsdraad die het
hoofdapparaat op de accu aansluit.
Bij werking op vol vermogen zal er een stroom van
meer dan 15 A door het systeem lopen. Zorg er
daarom voor dat de draden die op de +12 V- en GND-
aansluitingen van dit apparaat zijn aangesloten, ten
minste van het formaat 14-Gauge (AWG14) zijn, of
een doorsnede van meer dan 2 mm² hebben.
Minder dan 450 mm
Zekering (15 A)
+12V-accu van de auto
Vraag de dealer advies bij vragen of problemen met
de aansluiting.
Geel
Blauw/wit
gestreept
Oranje/wit
gestreept
Rood
Zwart
*