5.3. Beeldinstellingen
Met de toets R0 O Q F G maakt u een keuze uit de beeldmodi DY-
NAMISCH, STANDAARD, MILD, PERSOONLIJK. De instelling
Persoonlijk wordt in het menu BEELD > BEELDMODUS gedefinie-
erd.
Afhankelijk van het programma worden beelden in het formaat 4:3
of 16:9 uitgezonden. Met de toets U K \ G kunt u het beeldformaat
aanpassen:
AUTO
Het weergegeven formaat wordt automatisch ingesteld op het in-
gangssignaal.
4:3
Voor de onvervormde weergave
van het beeld in 4:3-formaat.
16:9
Voor de onvervormde weergave
van het beeld in 16:9-formaat.
ZOOM 1
Het beeld wordt bovenaan en
onderaan het scherm ‚gerekt'.
ZOOM 2
De zoomfunctie van Zoom1
gaat hier nog een stap verder.
Het beeld wordt ook aan de lin-
ker- en rechterkant ‚gerekt'.
De instelling van de beeldformaten kan ook in het menu SETUP >
VERHOUDING worden gewijzigd.
OPMERKING!
Afhankelijk van de ingestelde beeldmodus zijn niet alle beeldfor-
maten beschikbaar.
NL
FR
DE
23 van 74