4
www.electrolux.com
Gebruik geen waterstralen of stoom om het apparaat te
•
reinigen.
Maak het apparaat schoon met een vochtige, zachte
•
doek. Gebruik alleen neutrale schoonmaakmiddelen.
Gebruik geen schuurmiddelen, schuursponsjes,
oplosmiddelen of metalen voorwerpen.
Bewaar geen explosieve substanties zoals spuitbussen
•
met drijfgas in dit apparaat.
Als de voedingskabel beschadigd is, moet de fabrikant
•
of diens technische dienst of een gekwalificeerd
persoon deze vervangen teneinde gevaarlijke situaties te
voorkomen.
Gebruik alleen drinkwater indien het apparaat is
•
voorzien van een ijsmaker of een waterdispenser.
Sluit het apparaat alleen aan op de
•
drinkwatervoorziening.
De waterdruk (minimaal en maximaal) moet liggen
•
tussen 1 bar (0,1 MPa) en 10 bar (1 MPa)
2. VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
2.1 Montage
• Verwijder alle verpakkingsmaterialen.
• Installeer en gebruik geen beschadigd
apparaat.
• Volg de installatie-instructies op die zijn
meegeleverd met het apparaat.
• Wees voorzichtig met het verplaatsen
van het apparaat, het is zwaar. Draag
altijd veiligheidshandschoenen.
• Zorg ervoor dat rond het apparaat
lucht kan circuleren.
• Wacht ten minste 4 uur alvorens het
apparaat aan de netstroom aan te
sluiten. Hierdoor kan de olie terug in de
compressor stromen.
• Installeer het apparaat niet in de
nabijheid van radiators, fornuizen,
ovens of kookplaten.
• De achterzijde van het apparaat moet
tegen de muur worden geplaatst.
WAARSCHUWING!
Alleen een erkende
installatietechnicus mag het
apparaat installeren.
• Installeer het apparaat niet op een
plaats met direct zonlicht.
• Gebruik dit apparaat niet in gebieden
die te vochtig of te koud zijn, zoals
bijgebouwen, garages of kelders.
• Til de voorkant van het apparaat op als
u hem wilt verplaatsen, om krassen op
de vloer te voorkomen.
2.2 Aansluiting op het
elektriciteitsnet
WAARSCHUWING!
Gevaar voor brand en
elektrische schokken.
• Dit apparaat moet worden aangesloten
op een geaard stopcontact.
• Alle elektrische aansluitingen moeten
door een gediplomeerd elektromonteur
worden gemaakt.
• Controleer of de elektrische informatie
op het typeplaatje overeenkomt met de
stroomvoorziening. Zo niet, neem dan
contact op met een elektromonteur.