STIEBEL ELTRON FCR 21/60 Bedienung Und Installation Seite 43

INSTALLATIE
Veiligheid
INSTALLATIE
7. Veiligheid
Laat de installatie, de ingebruikname, het onderhoud en repa-
raties van/aan het toestel altijd door een installateur uitvoeren.
7.1 Algemene veiligheidsinstructies
Wij waarborgen de goede werking en de bedrijfszekerheid uit-
sluitend bij gebruik van originele onderdelen en vervangingson-
derdelen.
7.2 Voorschriften, normen en bepalingen
Let op
Neem alle nationale en regionale voorschriften en be-
palingen in acht.
7.3 Wateraansluiting en veiligheidsgroep
Let op
Voer alle werkzaamheden voor wateraansluiting en in-
stallatie uit conform de voorschriften.
De waterinloop- en uitloopkniestukken van de tank, waarin het
toestel wordt ingebouwd, moeten uit metaal zijn.
Aanraakbare metalen delen van de tank, die met water in contact
komen, moeten continu en betrouwbaar verbonden zijn met de
aardleiding.
Let op
Een veiligheidsventiel is vereist.
De max. toegelaten druk mag niet worden overschreden (zie
hoofdstuk "Technische gegevens/gegevenstabel" en de technische
gegevens van de boiler).
f Installeer een type-gekeurd veiligheidsventiel in de koud-
watertoevoer. Let erop dat, afhankelijk van de voedingsdruk,
eventueel ook een reduceerventiel moet worden geplaatst.
f Dimensioneer de afvoerleiding op een wijze dat het water bij
volledig geopende veiligheidsventiel ongehinderd kan wor-
den afgevoerd.
f Monteer de afvoerleiding van het veiligheidsventiel met een
constante afwaartse helling in een vorstvrije ruimte.
f De afvoeraansluiting van het veiligheidsventiel moet geopend
blijven in de richting van de atmosfeer.
www.stiebel-eltron.com
8. Toestelbeschrijving
8.1 Leveringsomvang
Bij het toestel wordt het volgende geleverd:
- Kunststofafsluitkap voor de knop van de snelopwarming
- Klembruggen
8.2 Toebehoren
Noodzakelijk toebehoren
Afhankelijk van de voedingsdruk zijn veiligheidsgroepen en redu-
ceerventielen verkrijgbaar. Deze type-gekeurde veiligheidsgroe-
pen beschermen het toestel tegen ontoelaatbare drukoverschrij-
dingen.
9. Montage
Let op
Om ervoor te zorgen dat er geen te hoge temperaturen
in de schakelruimte optreden, mag de schakelruimte niet
worden geïsoleerd.
De condensaatafvoeropening in de schakelruimte moet
bij het isoleren van de tank geopend blijven, zodat con-
densaat ongehinderd kan wegdruppelen.
f Let bij de montage op de vereiste aandraaimomenten (zie
hoofdstuk "Technische gegevens/gegevenstabel").
f U mag het toestel alleen zoals in de technische gegevens
aangegeven met de "Doorvoeren elektrische leidingen" naar
onderen inbouwen.
f Bouw het toestel enkel met parallel afgestelde verwarmings-
elementen en schermpijp in. Gebruik daarvoor de meegele-
verde schroeven. Stel de onderdelen evt. af.
9.1 Elektrische aansluiting
WAARSCHUWING elektrische schok
Voer alle werkzaamheden voor elektriciteitsaansluitin-
gen en montage uit conform de voorschriften.
WAARSCHUWING elektrische schok
De aansluiting op het stroomnet is alleen als vaste aan-
sluiting met een vast geplaatste elektrische kabel toe-
gestaan in combinatie met de uitneembare kabeldoor-
voer. Het toestel moet op alle polen met een afstand van
minstens 3 mm van de aansluiting van het net kunnen
worden losgekoppeld.
Materiële schade
Installeer een aardlekschakelaar (RCD).
FCR 21 | 43