PAS OP
Steek geen vingers, pennen of andere voorwerpen door de veiligheidskorf wanneer de
ventilator draait.
Wanneer u de ventilator verplaatst, dient u de stekker uit het stopkontakt te
verwijderen.
Verwijder de stekker uit het stopkontakt, wanneer u de ventilator gaat reinigen.
Het toestel nooit onderdompelen of in contact brengen met water of enige andere
vloeistof.
Plaats de ventilator op een vlakke, stevige ondergrond.
Gebruik de ventilator niet voor een open raam. Regen kan een elektrische storing
veroorzaken.
ONDERDELEN
A. Voorste gril
B. Bevestigingsklips
C. Haak
D. Dopje
E. Ventilatorbladen
F. Schroef
G. Achterste gril
H. Gaatjes in de achterste gril
I. Motoras
J. Pinnetjes van de
motorbehuizing
K. Motorbehuizing
L. Oscillatieknop
M.Ventilatorkolom
N. Snelheidsregelingsring
O. Schroef voor het vastzetten
van de ventilatorkolom
P. Binnenste buis
Q. Schroef voor de hoogte in
te stellen
R. Buitenste buis
S. Voetbuis
U. Voetdopje
MONTAGE DO8117
•
Verwijder de 4 schroeven van de voetbuis. (S)
•
Maak een kruis met de twee voetbuizen(S) en zorg dat de gaatjes in de buizen
overeen komen met de gaatjes in de afsluitring.
•
Bevestig de afsluitring met de 4 schroeven aan de voetbuizen.
•
Plaats de voetdop(U) om de schroeven te beschermen.
9
DO8117