9 Adresinstelling (Vario-Bus)
Het adres kan van 1 tot 8 worden
ingesteld en mag slechts eenmaal in
de installatie gebruikt worden.
Indien een ST(E) 10-... met een
COM ... (codeslotmodule) en/of
DRM ... (display oproepmodule) op
dezelfde Vario-Bus streng worden
gebruikt, dient voor ieder apparaat
een ander Vario-Bus adres te zijn
ingesteld. Dat geldt ook, wan-
neer meerdere ST(E) 10-... op een
Vario-Bus streng dienen te worden
gebruikt.
Functie-elementen (STE 10-01)
DIL-schakelaar 1 Gebruik van de
ingang E/G
DIL-schakelaar 2 ON: Parallel
gebruik met een
ST(E) 10-... Of een
ZAM 670-...
DIL-schakelaar
geen functie
3/4
Additionele
voor de akoesti-
luidspreker
sche statussigna-
lering
LED rood /
Voor statusweer-
LED groen
gave
Schuifschakelaar
Gebruiksmodus
„IN"
van de Ingang E/G:
• Schakelaarpositie
„ext":
Galvanisch
gescheiden ingang
• Schakelaar positie
„int": potentiaal-
vrije ingang
DIL-schakelaar 1: Uitlezen van
een ingang E/G (externe mel-
ding)
• OFF (standaard): Functie in de
ST(E) 10-... uitvoeren (bijv. rustbeeld-
scherm):
Op de ingang E/G is kan dan een
toets of activator worden gebruikt,
om op de ST(E) 10-... een actie uit
te voeren (bijv. externe bewegings-
melder voor de bewegingsgestuurde
activering van het bedieningspaneel,
of deelnemers bellen via externe
toetsen).
22
• ON: Functie via de Vario-Bus uit-
voeren (bijv. deuropener laatste deur,
oproep naar deelnemer): Wanneer
de ingang E/G bijvoorbeeld met
een externe toets dient te kunnen
worden gebruikt, om de functie uit
te voeren, dient de DIP schakelaar 1
op ON te staan.
DIL-schakelaar 2: Parallelgebruik
• Indien op een STE 10-01 met
een deurluidspreker (ATLE 670-...
of BTLEP 050-...) een verdere
ST(E) 10-01 dient te worden
gebruikt, dient op beide ST(E) 10-01
het parallelgebruik (DIP schakelaar 2
op ON) te worden geactiveerd.
• Indien op een STE 10-01 met
een deurluidspreker (ATLE 670-...)
een statusweergave (ZAM 670-...)
dient te worden gebruikt, dient op
de STE 10-01 het parallelgebruik
(DIP schakelaar 2 op ON) te worden
geactiveerd.
Informatie bij de aansluitsche-
ma's
a) Voor de configuratie dient abso-
luut een netwerkkabel van het deur-
station naar de verdeling te worden
gelegd.
b) De klemmen E en G kunnen opti-
oneel voor de inkoppeling van lokale
toetsen of actoren voor de functio-
nele aanvulling van de ST(E) 10-...
worden gebruikt.
c) Bij afstandmeldings-installatie-
kabel (J-Y(St)Y ...) met aderdoor-
snede 0,8 mm (0,6 mm) ontstaat
tussen spanningsverzorging (bijv.
NG 706-...) en Siedle Touch ... een
maximale afstand van 150 m (75 m).
d) De STE 10-... wordt via vlak-
bandkabel met een BTLM 651-... /
BTLE 050-... ES7007 / BTLEP 050-...
verbonden. De in de leveringsom-
vang bijgesloten vlakbandkabel heeft
een lengte van ca. 50 cm. Langere
kabels zijn op aanvraag verkrijgbaar.
e) Let op de aansluitinformatie in
de productinformatie BTLM 651-...:
Om de Bus-deurluidspreker-module
Plus met geactiveerde additionele
versterker te gebruiken, is een addi-
tionele verzorging (22–32 V DC,
bijv. NG 706-...) vereist. Een additio-
nele verzorging met de ANG 600-...
(48 V DC) is niet mogelijk!
Installatie
10 Aansluitschema In-Home-Bus
11 Aansluitschema's
Access Professional voor STE 10-...
met ATLE 670-... (11a) of
ATLM 670/671-... (11b).
Klemmenindeling (STE 10-01)
6, 1
Triggering
Deurluidspreker
E, G
Galvanisch gescheiden
ingang, 12 V AC /
8–30 V DC (E (+), G (–)),
of potentiaalvrije ingang
Da, Db
Gegevensleiding Vario
bus
+, –
Verzorgingsspanning
48V
20–48 V DC
LAN
Netwerkaansluiting voor
(ETH1/2)
configuratie –
ETH1: 192.168.1.250;
ETH2: DHCP (Bij afle-
vering)
Klemmenindeling
(BTLM 651, BTLEP 050-...)
+, –
Additionele verzorging
22–32 V DC, audio ver-
sterker
Akoestische statussignalering
De ST(E) 10-01 maakt via de inge-
bouwde statusluidspreker een
individuele akoestische statussigna-
lering (audio terugmelding) moge-
lijk voor de statussen „Oproep",
„Deur openen" en „Spreken". In
de leveringsomvang is telkens een
standaard geluidstoon per status te
configureren. Voor een spraakuitvoer
kan per status een geluidsbestand
(MP3) worden geïmporteerd.
Configuratie
De configuratie van de gebruikersge-
gevens (bijv. namen, telefoonnum-
mers, akoestische statussignalering,
...) en apparaatinstellingen (bijv.
ingangscontact, netwerk, helder-
heid, ...) geschiedt via het configu-