NEDERLANDS
Probleemoplossing
Probleem
Het apparaat werkt niet.
Het apparaat maakt
lawaai.
De lamp brandt niet.
De compressor draait
continu.
De temperatuur in het
apparaat is te laag/te
hoog.
Er bevindt zich teveel
gecondenseerd water op
de achterwand van de
koelkast.
Mogelijke oorzaak
Het apparaat is uitgeschakeld.
De netstekker zit niet goed in het
stopcontact.
Er staat geen spanning op het
stopcontact.
Het apparaat is niet stabiel geplaatst.
De lamp is kapot.
De ingestelde kamertemperatuur is te
hoog.
Er werden gelijktijdig veel
levensmiddelen geplaatst.
De kamertemperatuur is te hoog.
De in het apparaat geplaatste
levensmiddelen waren te warm.
De deur is niet goed gesloten.
De temperatuur is niet juist ingesteld.
De deur is niet goed gesloten.
De in het apparaat geplaatste
levensmiddelen waren te warm.
Er werden gelijktijdig veel
levensmiddelen geplaatst.
De dikte van de ijsafzetting in het
vriescompartiment bedraagt meer
dan 4-5 mm.
De deur is te vaak geopend.
Er is onvoldoende koude-
luchtcirculatie in het apparaat.
De deur is te vaak geopend.
De deur was niet volledig gesloten.
Bewaarde levensmiddelen waren niet
verpakt.
Oplossing
Schakel het apparaat. in.
Steek de netstekker goed in het
stopcontact.
Om te controleren of er stroom op het
stopcontact staat, sluit u er een ander
elektrisch apparaat op aan. Neem
contact op met een gekwalificeerde
elektricien om het stopcontact te
repareren.
Het apparaat waterpas stellen.
Raadpleeg hoofdstuk "Het apparaat
waterpas stellen" of de afzonderlijke
montagehandleiding.
Zie 'De verlichting vervangen'.
Een hogere/lagere temperatuur
instellen. Zie "Bediening".
Wacht een paar uur en controleer dan
de temperatuur opnieuw.
Verplaats het apparaat indien mogelijk.
Zie "Plaatsing" onder "Installatie".
Laat de levensmiddelen voor
het bewaren afkoelen tot
kamertemperatuur.
Zie "Het sluiten van de deur".
Stel een hogere/lagere temperatuur in.
Zie "Het sluiten van de deur".
Laat de levensmiddelen voor
het bewaren afkoelen tot
kamertemperatuur.
Plaats minder levensmiddelen
gelijktijdig.
Ontdooi het vriescompartiment.
Raadpleeg "Ontdooien van het
vriescompartiment".
Open de deur alleen als dit noodzakelijk
is.
Verplaats de levensmiddelen zodat de
lucht er vrij omheen kan circuleren.
Open de deur alleen als dit noodzakelijk
is.
Zorg ervoor dat de deur volledig wordt
gesloten. Zie "Het sluiten van de deur".
Verpak levensmiddelen in geschikte
verpakking voordat u deze in het
apparaat bewaart.
196