De luchtinlaten (II) moeten bovendien
vrij zijn van elke vorm van verontreini-
ging. Nuttige tips voor het regelmatig
onderhoud en de juiste montage kunt
u ook vinden in de gebruikersnorm
voor rookmelders DIN 14676.
MOGelIJKe OOrZAKen VOOr een
VALS ALARM
• hevige water- of kookdampen,
insecten- of verfrissingssprays,
bloesem of bouw-, slijp- dan wel
fijnstof die direct in het apparaat
zijn binnengedrongen.
• extreme temperatuurschommelin-
gen of een zeer sterke elektromag-
netische straling in de directe
omgeving van het apparaat kunnen
een negatieve invloed hebben.
• Sigarettenrook zorgt uitsluitend
voor een alarm, wannneer deze
direct in de rookmelder geblazen
wordt of wanneer de concentratie
in de lucht zeer hoog is. om te
voorkomen dat de rookmelder een
vals alarm geeft, dient u het appa-
raat tegen de hier genoemde
invloeden van buitenaf te bescher-
men.
• een of meerdere zeer kleine insec-
ten of andere organismen hebben
de insectenbescherming door-
broken. u kunt voorzichtig probe-
ren het apparaat met een stofzuiger
van de indringers te ontdoen.
Tijdens het koken of bij hevige water-
dampen in de directe omgeving van
de rookmelder dient u steeds te
zorgen voor een goede ventilatie.
u kunt een vals alarm afzetten door
zacht op de test-/stopknop (IV) te
drukken. Voorkomen kunt u ze door
de ruimtes goed te ventileren.
Breng uw buren op de hoogte van
een vals alarm, zodat zij niet onver-
hoopt de brandweer alarmeren!
– 56 –