Werbung
Verfügbare Sprachen
Verfügbare Sprachen
NL
Verbinden met aarde
De behuizing mag geaard worden om statische elektriciteit te ontladen. Sluit hiervoor het ene uiteinde van
een kabel aan op de aardaansluiting (5) op de generator en het andere uiteinde op een externe aarde
(bijvoorbeeld een aardstaaf).
3.4.
Gebruik van het apparaat
Voordat u de generator start.
Voordat u de motor kunt starten, moet u motorolie (B12) en brandstof bijvullen.
Controleer het brandstofpeil en vul indien nodig bij.
Zorg ervoor dat de generator voldoende ventilatie heeft.
Zorg ervoor dat de ontstekingskabel goed vastzit aan de bougie.
Inspecteer de directe omgeving van de generator.
Koppel alle elektrische apparatuur los die mogelijk al op de generator is aangesloten.
Toegestane omgevingstemperatuur – 10 tot + 40°C, max. hoogte boven zeeniveau 1000 m, relatieve
vochtigheid: 90% (niet-condenserend)
Gebruik de generator nooit in een stoffige omgeving.
Starten van de motor (omkeerstarter)
Open de benzinekraan (13) door deze omhoog te draaien.
Zet de motorschakelaar (10) in stand "I".
Zet de chokehendel (11) in stand IØI.
Start de motor met het trekkoord (12) door krachtig aan de hendel te trekken. Als de motor niet start,
trekt u opnieuw aan de hendel.
Duw de chokehendel (11) weer terug nadat de motor is gestart.
Belangrijk!
Wanneer u met het trekkoord start, kan de motor tijdens het starten plotseling terugdeinzen, wat
handletsel tot gevolg kan hebben. Draag beschermende handschoenen bij het starten van de apparatuur.
Apparaten aansluiten op de generator
Sluit de apparatuur die u wilt gebruiken aan op de stopcontacten (3).
Belangrijk!
Sluit de generator nooit aan op het elektriciteitsnet in huis, omdat dit schade kan veroorzaken aan de
generator zelf of aan andere elektrische apparaten in uw huis.
Schakel de machine onmiddellijk uit en neem contact op met uw servicestation:
Als de generator ongebruikelijke trillingen of geluid maakt.
Als de motor overbelast wordt binnen het nominale belastingsbereik of een storing veroorzaakt.
Opmerking: Sommige elektrische apparaten (elektrische decoupeerzagen, boormachines, enz.) kunnen
een hoger stroomverbruik hebben bij gebruik onder moeilijke omstandigheden of bij het starten.
Gebruik de meegeleverde DC-aansluitkabel om verbinding te maken met een 12VDC-aangedreven
apparaat.
Belangrijk!
De DC-uitgang van de generator wordt niet behandeld door een nauwkeurig elektrisch circuit.
Gebruik hem nooit om een nauwkeurig DC-instrument van stroom te voorzien.
Belangrijk!
Wanneer u de generator gebruikt om een verwarmingsapparaat van stroom te voorzien. Houd het
aangedreven verwarmingsapparaat uit de buurt van de generator.
Het uitschakelen van de motor
Voordat u de generator uitschakelt, moet u deze kort laten draaien zonder apparaten, zodat deze kan
'afkoelen'.
Zet de motorschakelaar (10) in stand "O".
Sluit de benzinekraan.
Overbelastingsbeveiliging voor stopcontacten
Werbung
