Met de bijgeleverde afstandsbediening kunt u het toestel
vanaf de luisterpositie bedienen.
Richt de afstandsbediening voor gebruik naar de
Afstandsbedieningssensor op het voorpaneel van het
toestel.
< De afstandsbediening werkt mogelijk niet indien
er obstakels in het pad tussen het toestel en
de afstandsbediening zijn, ook al gebruikt u de
afstandsbediening binnen het aangegeven bereik.
< De afstandsbediening functioneert mogelijk onjuist
indien er andere apparaten in de buurt zijn die
infrarood-stralen opwekken of indien er een andere
infrarood-afstandsbediening in de buurt van het
toestel is. Daarbij is het mogelijk dat het andere
apparaat onjuist functioneert.
Plaatsen van batterijen
1. Verwijder het dekseltje van het batterijvak.
2. Plaats twee "AAA" (R03, UM-4) droge-cel batterijen.
Plaats de batterijen beslist met de positieve "+" en
negatieve "_" polen in de juiste richting.
3. Sluit het dekseltje.
92
Afstandsbediening
Vervangen van de batterijen
De batterijen zijn bijna uitgeput wanneer de
afstandsbediening voor gebruik steeds dichter bij het
hoofdtoestel moet worden gehouden. U moet de
batterijen dan door nieuwe vervangen.
< Voor meer informatie over het inleveren van batterijen,
kunt u contact opnemen met de lokale betreffende
instantie, een afvalverwerkingsbedrijf of de plaats van
aankoop.
Voorzorgen voor batterijen
< Plaats de batterijen met de positieve "+" en negatieve
"_" polen in de juiste richting.
< Gebruik batterijen van hetzelfde type. Gebruik
tegelijkertijd geen batterijen van verschillend type.
< U kunt oplaadbare en niet-oplaadbare batterijen
gebruiken. Zie de voorzorgen op het label van
batterijen.
< Indien u de afstandsbediening voor langere tijd niet
gaat gebruiken (langer dan een maand), moet u de
batterijen uit de afstandsbediening halen zodat ze niet
kunnen gaan lekken.
< Indien batterijen hebben gelekt, veeg dan het
batterijvak goed schoon en vervang de batterijen door
nieuwe.
< Gebruik uitsluitend de gespecificeerde batterijen.
Gebruik tegelijkertijd geen batterijen van verschillend
type of oude en nieuwe batterijen.
< Verwarm en demonteer batterijen niet en gooi
batterijen nooit in een vuur of water.
< Bewaar batterijen niet samen met andere metalen
voorwerpen. De batterij maakt anders mogelijk
kortsluiting, gaat lekken of ontploft.
< Laad een batterij niet op indien het geen erkende
oplaadbare batterij is.