Wielaandrijving inschakelen.
6. Leveringsomvang
Pos. Omschrijving
A
Basisapparaat met
duwstang
B
Frame grasopvangbox
C
Weefsel grasopvangbox
D
Klep grasopvangbox
E
Kabelbinders
F
Beschermslang
−
Gebruiksaanwijzing
−
Gebruikershandleiding
verbrandingsmotor
MB 756 GS, MB 756 YS:
G
Bout met vlakke kop
H
Borgmoer
7. Apparaat klaarmaken voor
gebruik
Gevaar voor letsel!
Neem de veiligheidsaanwijzingen
in het hoofdstuk ¨Voor uw
veiligheid¨ (
4.)in acht.
● Zet het apparaat voor alle beschreven
werkzaamheden op een vlakke en
stevige ondergrond.
84
7.1 Duwstang monteren
MB 756 YC:
● 1 Bout (1) eruit draaien en met
schijf (2) verwijderen. Bouten (3)
losmaken.
● 2 Duwstang (4) in de
duwstangbevestiging (5) schuiven en
omhoog klappen tot het sleufgat in de
duwstang zich boven de boring in de
behuizing bevindt. Let er hierbij op dat
2
de kabels correct zijn geplaatst (zie
afbeelding).
Stk.
● 3 Bout (1) met schijf (2) vastdraaien.
1
Let er hierbij op dat de
beschermplaat (6) mee vast wordt
1
gedraaid.
1
● 4 Bouten (3) met 21 - 29 Nm
1
vastdraaien.
2
Duwstang op de gewenste werkhoogte
1
instellen en houden, bout (1)
1
vastdraaien.
1
● Correcte montage controleren:
De duwstang dient vast gemonteerd te
zijn, de kabels liggen achter en buiten
de duwstang.
4
4
MB 756 GS, MB 756 YS:
● 1 Bovenstuk duwstang (1) met
de open uiteinden in het
onderstuk duwstang (2) plaatsen en
houden. Bouten (G) van buiten naar
binnen door de boringen steken,
borgmoeren (H) erop plaatsen en deze
met 19 - 27 Nm vastdraaien.
● 2 Duwstang op de gewenste
werkhoogte instellen en houden,
bout (3) vastdraaien.
● Correcte montage controleren:
Het bovenstuk duwstang dient vast met
het onderstuk duwstang verbonden te
zijn, de kabels liggen achter en buiten
3
de duwstang.
7.2 Beschermslang monteren
● Alle kabels in de beschermslang
(F) leggen.
● Kabelbinders (E) door de bovenste
opening in het rechter onderstuk
duwstang (1) geleiden en
beschermslang (F) daarmee
bevestigen.
● Beschermslang (F) met kabelbinder (E)
zoals afgebeeld aan het rechter
bovenstuk duwstang bevestigen.
Bij de eerste inbedrijfstelling
moeten de kabels worden
gecontroleerd en zo nodig precies
worden afgesteld. (
7.3 Snijhoogteverstelling per wiel
De snijhoogte kan per wiel met de
bijbehorende hendel worden
ingesteld op zes verschillende posities.
4
Laagste snijhoogte (1): 25 mm
Hoogste snijhoogte (6): 90 mm
Snijhoogte instellen:
● Hendel (1) voor het wiel indrukken,
naar de gewenste positie verstellen en
in de bijbehorende inkeping laten
vastklikken.
Dit proces voor alle 4 wielen uitvoeren.
5
11.9)
6
0478 111 9925 C - NL