Werbung
4a. het SameNVoegeN VaN de zIJ-
elemeNteN
Op (4a.1) staat de 4a-montage als de deur
aan de voorkant van de kas moet zitten.
Duw de afdichting (7396) in de nokbalk (7334 -
7337) en snij deze voor beide einden passend
af. Controleer of de afdichting (7414 - 7417)
correct in de geleider in de nokbalk is gesto-
ken. (4a.2) (4a.3).
Prepareer boutjes (7052) en moeren (7053)
losjes in de profielen van het kalfje (7301) en
(7302) zoals op de tekening (4a.4). Laat de
hoekprofielen (7310) zakken en monteer de
boutkoppen van (7052) in de boutkanalen van
(7310) (4a.5).
Verbind de eindprofielen (7321) en (7322) met
de hoekprofielen (7310) en zorg ervoor dat zij
tegen het hoekprofiel van de zijkant worden
gedrukt (4a.6).
Monteer de hoekprofielen van het dak op de
hoek van de zijkant (4a.7) (4a.8). Zorg ervoor
dat de hoekbalken van het dak correct op de
montagerand op de hoek van de zijkant (4b.5)
liggen en dat de gaatjes aan de buitenkant van
(7428 / 7429) op het eind van de zijkant zitten
(4a.7).
Monteer de nokbalk (7334 - 7337), de
hoekprofielen van het dak (7428) (7429) en
de muurprofielen (7344) (7345) (4a.9) (4a.10)
m.b.v. plaat (7348).
Monteer centrale eindprofielen (7346) (7347)
op de eindprofielen en de hoekprofielen van
het dak m.b.v. plaat (7348) (4a.11).
Plaats het gemonteerde frame tegen de muur
op de geprepareerde fundering, controleer
of dit waterpas is en boor gaten met ø 6
door de voorbereide gaten in (7301), (7302),
(7304 - 7305), (7344) en (7345) op de muur en
fundering.
Installeer muurpluggen (7421) of (7422) in de
gaten en verbind deze losjes met de fundering
en de muur m.b.v. schroeven (7411) en (7412)
(4a.12).
4b. mIddeNPRoFIeleN VaN het dak
Prepareer (7052) en (7053) losjes in de nok-
balk, schuif de middenprofielen (7427) op hun
plaats en monteer de boutkoppen van (7052)
in de boutkanalen van (7427) (4b.1) (4b.2).
Installeer (7052) in het boutkanaal in (7427)
bij de zijkant en laat deze zakken op de hoek
van de zijkant m.b.v. ringafdichting (7395) en
moertje (7053) (4b.3) (4b.4). Zorg ervoor dat
(7427) correct op de montagerand op de hoek
van de zijkant (4b.5) liggen en dat het gaatje
aan de buitenkant van (7427) op het eind van
de zijkant zit.
Boor gaten met ø 6 door de geprepareerde
gaten in (7334 - 7337). Installeer muurpluggen
(7422) in de gaten en verbind de nokbalk
losjes met de muur m.b.v. schroeven (7412)
(4b.6).
036.01.1409
Stel het frame zodanig af dat het volledig
haaks is en draai alle schroeven (7411) en
(7412) en moertjes (7053) vast. belast de
moertjes niet met teveel kracht bij het
aandraaien.
Verbind de dakraamstoppen (6056) op de
kalfjes van het dakraam (7368) door middel
van schroeven (1006) (4b.7) (4b.8).
Monteer de voltooide kalfjes (7368) in de
gewenste gedeelten waar later de dakramen
zullen worden geplaatst. Installeer de kruispen
(7055) in het kalfje (7368) en het boutje (7048)
door de middenprofielen van het dak (7427)
(4b.9) (4b.10).
(N.b. - de dakramen kunnen niet in de
hoekgedeelten van het dak worden ge-
plaatst en er moet ten minste één compleet
gedeelte tussen zitten.)
Monteer de hoekschoren (7331) tussen elk
middenprofiel van de zijkant (7311) en het
middenprofiel van het dak (7427) door de plat-
kopbouten (7399) in de boutkanalen (4b.11)
(4b.12) te installeren.
5. dakRameN
Monteer het onderste profiel van het dakraam
(7366) aan de hoekprofielen (7367) (5.2) (5.3).
Schuif ruit D in de beglazingskanalen (5.5) in
de gemonteerde onderdelen (5.4).
Prepareer (7052) en (7053) losjes in het
bovenprofiel van het dakraam (7365) en schuif
ze op (7367), terwijl de boutkoppen van (7052)
in de boutkanalen en de beglazing in de begla-
zingskanalen (5.6) (5.7) worden gemonteerd.
Controleer of het dakraam haaks is alvorens
alle boutjes vast te draaien.
belast de boutjes niet met teveel kracht bij
het aandraaien.
Verbind het hefmechanisme van het dakraam
(7090) met (7366) door middel van schroeven
(1006) (5.8) (5.9).
Monteer kunststof moerdoppen (6070) door
deze op alle moertjes te duwen (7053) (5.10).
6a. SchuIFdeuReN
Installeer borstelrubber (7332) in de geleiders
in de deurprofielen (7352) (7353) (7355)
(7356) (7357) (6a.2) en snij het op lengte.
Monteer de wielen (7364), door middel van
afstandsbussen (7392) aan weerszijde van het
wiel, boutje (7393), clip (7350) en borgmoer
(7360), losjes op de onderprofielen van de
deur (7355) (6a.3).
Verbind (7355) met de zijprofielen van de deur
(7357) of (7358) (6a.3) (6a.7a).
Monteer de middenprofielen van de deur
(7354) of (7384) met borgonderdelen (7400),
(7401) en (7402) door middel van boutjes
(7404). Verbind met zijprofielen van de deur
(7357) of (7358) d.m.v. boutjes (7052), moert-
jes (7053) en boutjes (7405) (6a.4) (6a.5)
(6a.8). belast de boutjes (7404) en (7405)
niet met teveel kracht.
Verbind de bovenprofielen van de deur (7352)
of (7353) met de zijprofielen van de deur
(7357) of (7358) (6a.6) (6a.7b).
Schuif ruit G in de beglazingskanalen in de
gemonteerde onderdelen (6a.9).
Prepareer (7052) en (7053) losjes in de zijpro-
fielen van de deur (7356) en schuif ze op
(7355), (7354) of (7384) en (7352) of (7353),
terwijl de boutkoppen van (7052) in de boutka-
nalen en de beglazing in de beglazingska-
nalen (6a.9) (6a.10) worden gemonteerd. In-
stalleer de deurgeleiders (2271) in de
bovenkant van beide deuren (6a.6).
N.b. - Als u glasbeglazing van 4 mm hebt ge-
kozen, snij dan het beglazingsprofiel (7420) op
lengte en duw het in de ruimte in de begla-
zingskanalen aan de binnenkant van de deur
om het glas op zijn plaats vast te zetten
(6a.11).
6b. deuRFRame eN oNdeRdoRPel
Monteer de deursteun (7362) op het kalfje in
de deuropening d.m.v. boutjes (7390) (6b.1)
(6b.2).
Kantel de rail van het deurwiel (7351) zodat
deze in het kalfje past en laat deze op zijn
plaats zakken (6b.3). Centreer op de deuro-
pening en verbind met de fundering d.m.v.
muurplug (2003) en schroef (2002) (6b.4).
Verbind de zijframes van de deur (7361) met
de middenprofielen (7311). Verbind deze na
plaatsing met de bovenkant d.m.v. boutje
(7052) en moertje (7053) (6b.5) - (6b.8).
Installeer onderaan een boutje (7052) in het
kanaal aan beide kanten van de onderdorpel
(7363) (6b.9) en schuif de onderdorpel op zijn
plaats (6b.10) (6b.11).
7. oVeRzIcht beglazINg
Sorteer a.u.b. de beglazing op afmeting en
beglazingstype van uw model alvorens te
beginnen. Als u glas hebt gekozen, dan zijn
ruit E en F aan beide kanten identiek.
N.b. - De UV-bestendige kant van de poly-
carbonaat ruiten wordt aangegeven door de
kunststoffolie of de bedrukking op de rand.
deze kant moet naar buiten zitten. Maak
vóór de montage de folie op alle randen van
elke ruit ongeveer 2 cm los. Als de montage
van alle ruiten klaar is, verwijder dan de folie
helemaal van de ruiten.
15
Werbung
