Fn-knop t
instelling
Naar +: verhoogt het flitsniveau.
Naar –: verlaagt het flitsniveau.
Opmerkingen
• Dit item kan niet worden ingesteld als de belichtingsfunctie is ingesteld op AUTO,
AUTO+, Panorama door beweging, 3D Panorama door beweging of Scèneselectie.
• Het kan zijn dat het hogere flitseffect niet zichtbaar is, omdat de hoeveelheid
flitslicht beperkt is als het onderwerp zich buiten het maximumbereik van de flitser
bevindt. Als het onderwerp zich erg dichtbij bevindt, is het mogelijk dat het lagere
flitseffect niet zichtbaar is.
Belichtingscompensatie en flitscompensatie
De belichtingscompensatie verandert de sluitertijd, het diafragma en de ISO-
gevoeligheid (als [AUTO] is geselecteerd) om de compensatie uit te voeren.
Flitscompensatie verandert uitsluitend de hoeveelheid flitslicht.
Flitsregeling
MENU-knop t
gewenste instelling
ADI-flits
Voorflits DDL
Handm.flits
ADI: Advanced Distance Integration (Geavanceerde afstandsintegratie)
TTL: Door de lens
142
NL
(Flitscompensatie) t Selecteer de gewenste
2 t [Flitsregeling] t Selecteer de
Met deze methode regelt u het licht van de flitser waarbij
rekening gehouden wordt met de informatie over de
brandpuntsafstand en de lichtmeetgegevens van de voorflits.
Met deze methode kunt u een nauwkeurige flitscompensatie
krijgen waarbij er nagenoeg geen effect optreedt van de
weerkaatsing van het onderwerp.
Met deze methode regelt u de hoeveelheid flitslicht die
uitsluitend berekend wordt volgens de gegevens van de
lichtmeting van de voorflits. Deze methode is gevoelig voor
de lichtweerkaatsing van het onderwerp.
Stelt de hoeveelheid flitslicht in met [Lichtniveau] en vuurt
een bepaalde hoeveelheid flitslicht af, ongeacht de helderheid
van het onderwerp.
De helderheid van beeld aanpassen