tegen iets stoten). Kerf of graveer niets op het
gereedschap.
• Stop onmiddellijk met nagelen wanneer u vaststelt dat
het gereedschap niet goed of abnormaal werkt.
• Maak altijd de luchtslang los en haal alle nagels uit het
gereedschap:
1. Voordat u het gereedschap alleen achterlaat.
2. Alvorens te beginnen met onderhoud of reparatie.
3. Alvorens een vastgelopen gereedschap vrij te
maken.
4. Alvorens het gereedschap naar een andere plaats
te brengen.
• Telkens nadat het werk is voltooid, dient u het
gereedschap schoon te maken en te onderhouden.
Houd het gereedschap in tiptop-conditie. Smeer de
bewegende onderdelen om roesten te voorkomen en
slijtage door wrijving tot een minimum te beperken.
Veeg alle stof op de onderdelen van het gereedschap
eraf.
• Wijzig het gereedschap niet zonder de toestemming
van Makita.
• Laat de periodieke inspectie van het gereedschap
uitvoeren door een erkend Makita servicecentrum.
• Om de VEILIGHEID en BETROUWBAARHEID van het
gereedschap te handhaven, dienen alle onderhoud en
reparaties te worden uitgevoerd door een erkend
Makita servicecentrum, en altijd met gebruikmaking
van Makita vervangingsonderdelen.
• Gebruik
uitsluitend
gereedschap die in deze gebruiksaanwijzing is
gespecificeerd.
• Sluit
het
gereedschap
persluchtleiding waar de maximaal toelaatbare druk
van het gereedschap niet met 10% kan worden
overschreden. Zorg dat de druk die door het
luchtdruksysteem wordt voortgebracht niet hoger is
dan
de
maximaal
nagelaandrijver. Stel de luchtdruk aanvankelijk in op de
minimumwaarde van de aanbevolen toelaatbare druk.
• Probeer nooit om de trekker of het contactelement door
middel van plakband of een draad in de ingedrukte
stand vast te zetten. Dit is levensgevaarlijk en kan
zware verwondingen veroorzaken.
• Controleer altijd het contactelement zoals in deze
gebruiksaanwijzing is voorgeschreven. Nagels kunnen
per
ongeluk
worden
veiligheidsmechanisme niet juist functioneert.
BEWAAR DEZE VOORSCHRIFTEN.
INSTALLEREN
Kiezen van de compressor (Fig. 1)
De luchtcompressor moet voldoen aan de vereisten van
EN60335-2-34.
Gebruik een compressor die ruimschoots voldoende
druk en luchtopbrengst levert om een rendabele werking
te verzekeren. De grafiek toont de verhouding tussen de
aandrijffrequentie,
de
luchtopbrengst van de compressor.
Bij voorbeeld, wanneer u nagelt met een frequentie van
ongeveer 50 keer per minuut bij een druk van 1,76 MPa
(17,6 bar), is een compressor met een luchtopbrengst
van meer dan 90 liter/minuut vereist.
28
de
olie
voor
pneumatisch
nooit
aan
op
toelaatbare
druk
van
aangedreven
indien
toepasselijke
druk
en
Wanneer de aangevoerde luchtdruk de nominale druk
van het gereedschap overschrijdt, dienen drukregelaars
te worden gebruikt om de luchtdruk te verlagen tot de
nominale druk. Als u dit niet doet, bestaat er gevaar voor
ernstige
verwonding
gereedschap of andere personen in de nabijheid.
Kiezen van de luchtslang (Fig. 2)
Gebruik een persluchtslang.
Gebruik een zo breed mogelijke en zo kort mogelijke
luchtslang om een continue en effectieve aandrijving te
verzekeren.
LET OP:
• Een lage luchtopbrengst van de compressor, een te
lange luchtslang of een luchtslang met een kleinere
diameter in verhouding tot de aandrijffrequentie,
kunnen leiden tot een verminderd aandrijfvermogen
van het gereedschap.
Smering
Om optimale prestaties te krijgen dient een luchtset
(oliespuit, regulateur, luchtfilter) zo dicht mogelijk bij het
gereedschap te worden geïnstalleerd. Stel de oliespuit
zodanig af dat één druppel olie voor iedere 30 nagels zal
worden ingespoten. (Fig. 3)
Wanneer u geen luchtset gebruikt, dient u het
gereedschap te smeren met olie voor pneumatisch
gereedschap door 2 (twee) of 3 (drie) druppels olie in de
luchtinlaat aan te brengen. Doe dit zowel vóór als na het
gebruik. Om een goede smering te verzekeren dient u
het gereedschap na het aanbrengen van de olie een
paar keer af te laden. (Fig. 4)
een
BESCHRIJVING VAN DE FUNCTIES
LET OP:
• Koppel altijd de persluchtslang los alvorens functies op
het gereedschap af te stellen of te controleren.
de
De nageldiepte instellen (Fig. 5 en 6)
LET OP:
• Koppel altijd de persluchtslang los voordat u de
nageldiepte instelt.
Als de nagel te diep wordt geschoten, draait u de
stelknop rechtsom. Als de nagel te ondiep wordt
geschoten, draait u de stelknop linksom.
het
Het instelbereik is van 0 t/m 6 mm (een volledige slag
komt overeen met 0,8 mm).
Haak (Fig. 7)
LET OP:
• Koppel altijd de persluchtslang los voordat u het
gereedschap met de haak ophangt.
• Hang het gereedschap nooit aan uw broeksband of iets
dergelijks. Er is namelijk gevaar dat het gereedschap
toevallig ontlaadt.
De haak is handig om het gereedschap tijdelijk op te
hangen. Deze haak kan aan een van beide zijden van
het gereedschap worden bevestigd.
de
Als u de haak aan een andere zijde wilt bevestigen,
draait u de schroef eruit met behulp van een
schroevendraaier.
Bevestig de haak aan de andere zijde van het
gereedschap met behulp van de schroef.
van
de
gebruiker
van
het