De klemmen van de digitale ingangen zijn geschikt voor aders met een doorsnede van 0,644 tot
2
1,29 mm
(24 tot 16 AWG)
Elke digitale ingang kan als een geïsoleerde digitale ingang van het TTL-type of als een ingang van
het relais/open-collector-type worden geconfigureerd. Raadpleeg
worden standaard ingesteld voor een geïsoleerde digitale ingang van het TTL-type.
Raadpleeg
Aansluiten op een extern apparaat
apparaat op een digitale ingang.
Afbeelding 8 Geïsoleerde digitale ingang van het TTL-type
1 Connectoren digitale ingang
2 Draadbruggen (12x)
Digitale ingang
Functie
1
Kanaal 1 — uitschakelen of inschakelen
2
Kanaal 2 — uitschakelen of inschakelen
3
Kanaal 3 — uitschakelen of inschakelen
4
Kanaal 4 — uitschakelen of inschakelen
5
Kalibratie starten
6
Analyser starten
Hoog = relais/open-collector AAN of TTL-ingang hoog (2 tot 5 V DC), maximaal 30 V DC
Laag = relais/open-collector UIT of TTL-ingang laag (0 tot 0,8 V DC)
9
Aders van 0,644 tot 0,812 mm
9
.
op pagina 250 voor het aansluiten van een extern
Tabel 9 Functies van de digitale ingangen
2
(24 tot 20 AWG) worden aanbevolen.
Afbeelding
3 Geïsoleerde digitale ingang van het TTL-type
4 Ingang van het relais/open-collector-type
Opmerkingen
Hoog: uitschakelen, Laag: inschakelen
Hoog: uitschakelen, Laag: inschakelen
Hoog: uitschakelen, Laag: inschakelen
Hoog: uitschakelen, Laag: inschakelen
Hoog: automatische kalibratie starten
Hoog: analyser starten
Laag: analyser stoppen (stand-by)
8. De draadbruggen
Nederlands 249