motoren afgekoeld zijn.
• De volgende omstandigheden kunnen tot
oververhitting leiden:
1 - Als er te veel gewicht wordt vervoerd
2 - Als de helling te steil is
3 - Als er door hoog gras wordt gereden
4 - Als het terrein te zacht is (zoals modder of
zand)
5 - Als het oppervlak waarop gereden wordt
ongelijkmatig is, zoals ruig, onregelmatig terrein,
stenen of wortels
6 - Een combinatie van de hierboven vermelde
factoren
PLEZIER ZONDER ONDERBREKINGEN: houd
altijd een vervangende opgeladen accuset gereed.
PROBLEMEN?
HET VOERTUIG FUNCTIONEERT NIET?
• Als het voertuig bij te zware omstandigheden
wordt gebruikt, bijvoorbeeld als het tegen een vast
object wordt gereden, door zand of modder of
over onregelmatig terrein wordt gereden, zal de
maximumschakelaar automatisch de voeding
uitschakelen. Na 30 of meer seconden zal de
maximumschakelaar automatisch gereset worden.
Echter, zorg ervoor dat de oorzaak van de
overbelasting wordt weggenomen om weer
normaal te kunnen rijden.
• Druk het versnellingspedaal in om het voertuig te
activeren. Eén PIEPTOON klinkt om aan te geven
dat het voertuig gereed is voor gebruik.
• Als het voertuig meer dan 10 minuten niet wordt
gebruikt, moet het activeringsproces herhaald
worden door eenvoudigweg het pedaal weer in te
drukken en op de PIEPTOON te wachten.
• Als het voertuig een CONTINUE
GELUIDSSIGNAAL geeft, moet de accu worden
opgeladen.
• Als er geen geluidssignaal klinkt aan het begin, is de
accu helemaal leeg en moet hij worden opgeladen.
• Als het probleem na het opladen aanhoudt,
controleer dan de accu en de oplader en breng ze
eventueel naar een servicecentrum.
• Controleer of alle stekkers goed aangesloten zijn.
• Controleer de elektrische schakelaars. Vervang ze
indien nodig.
• Controleer of de accu aan het elektrische systeem
is aangesloten.
HET VOERTUIG HEEFT GEEN VERMOGEN?
• Laad de accu's op. Als het probleem na het opladen
nog steeds bestaat, moeten de accu en de
accuoplader worden gecontroleerd bij een
assistentiecentrum.
ASSISTENTIEDIENST
PEG PEREGO biedt een after-sales
assistentieservice, rechtstreeks of via een netwerk
van erkende assistentiecentra, voor eventuele
reparaties of vervangingen en de verkoop van
originele vervangingsonderdelen.
Om contact op te nemen met een
assistentiecentrum, ga naar onze site
http://www.pegperego.com
Bij ieder contact heeft u het serienummer van het
artikel nodig. Raadpleeg de pagina over de
vervangingsonderdelen om het serienummer te
kunnen vinden.
MONTAGE-INSTRUCTIES
LET OP
ALLEEN VOLWASSENEN MOGEN DE
MONTAGEWERKZAAMHEDEN UITVOEREN.
LET OP WANNEER U HET VOERTUIG UIT DE
VERPAKKING HAALT.
ALLE SCHROEVEN EN KLEINE ONDERDELEN
ZITTEN IN EEN ZAKJE IN DE VERPAKKING.
DE ACCU ZOU AL IN HET ARTIKEL KUNNEN
ZITTEN.
Gebruik het speelgoed niet als het beschadigd blijkt
nadat de verpakking geopend is, maar wendt u tot
het verkooppunt of bel het assistentiecentrum.
Let op kinderen die aanwezig zijn tijdens de montage,
want er bestaan risico's vanwege de kleine
onderdelen (gevaar voor inslikken) en de plastic
zakjes waarin ze zijn verpakt (gevaar voor
verstikking).
Voor de montage van het speelgoed heeft u een
rechte en een kruiskopschroevendraaier, een hamer
en een tang nodig.
MONTAGE
1 • Draai de 4 bevestigingsschroeven van de twee
stoeldragers los.
2 • Neem de stoeldrager aan de accuzijde uit en
wees voorzichtig wanneer u de stekkers door de
openingen haalt.
3 • Neem ook de andere stoeldrager uit.
4 • Neem de accu en de accubodem uit.
5 • Draai de bevestigingsschroeven van de twee
achterste bodembevestigingen los.
6 • Haal de twee achterste bodembevestigingen weg.
7 • Trek de bodem in de pijlrichting om de
motorgroep helemaal weg te halen.
8 • Plaats de twee achterste bodembevestigingen
opnieuw en schroef ze vast.
9 • Breng in het achterste deel van het chassis de
bevestiging van de aanhanger en breng de 4 gaten
op elkaar zoals in de afbeelding staat afgebeeld.
Ga verder door de meegeleverde schroeven aan
te draaien (2 boven en 2 onder).
10 • Til de twee schokdempers (1) op. Steek ze in de
gaten in het chassis (2).
11 • Bevestig de schokdempers aan het chassis met
de twee pennen (een aan elke kant). Opmerking,
in de verpakking zitten nog twee reservepennen.
12 • Plaats de uitlaatpijp zoals op de afbeelding.
13 • Bevestig de uitlaatpijp met de meegeleverde
schroef.
14 • Plaats de bak.
15 • Steek de lipjes (twee aan elke kant) in het chassis
aan de voorkant van de bak.
16 • Steek de twee ijzeren buizen (een aan elke kant)
helemaal naar binnen, zoals op de afbeelding.
17 • Bevestig de bak door de drie meegeleverde
schroeven vast te draaien. Let op, de centrale
schroef moet worden vastgedraaid zoals op de
volgende afbeelding.
18 • Duw tegen de pen om de doorgangsopeningen
van de schroef beter met elkaar in lijn te
brengen.
19 • Bekijk de tekening voordat u de
zijbeschermingen monteert, om de roosters op
de juiste manier te combineren met hun steunen.
20 • Verbind het rooster met de steun door middel
van de onderste ring, zoals op de afbeelding.
21 • Voltooi de bevestiging door de ring aan de
bovenkant te plaatsen. Let erop dat de voorkant
van het rooster goed op zijn plaats komt.
22 • Op detailtekening A staat het voorste deel van
het rooster terwijl het nog niet bevestigd is. Op
detailtekening B is het rooster naar behoren
bevestigd.
23 • De 2 bovenste schroeven losdraaien, zoals
getoond in de afbeelding en de zijbeschermingen
van het chassis.
24 • Breng de zijbeschermingen aan zoals op de
afbeelding, en let erop dat de onderdelen worden
gemonteerd met de onderdelen van het rooster
dat naar buiten uitsteekt. Voltooi de bevestiging
door de beschermingen naar voren te duwen
totdat ze vastklikken.
25 • Herplaats de zijbeschermingen van het chassis in
de twee punten aangeduid in de afbeelding om ze
vast te zetten.
26 • Zet de bovenste profielen van de bak vast met
de meegeleverde schroeven.
27 • Voltooi de bevestiging van de bak door de twee
schroeven in de stuurcabine vast te draaien.
28 • Achterpaneel:
• A - opening voor bevestiging van het chassis
• B - opening voor de ijzeren buis
• C - opening voor de uitlaatpijp
• D - lipjes voor bevestiging aan het chassis
29 • Plaats het achterpaneel door de verschillende
punten, die gemarkeerd zijn met de letters A B
C, met elkaar te verbinden.
30 • Til het bovenste deel van het achterpaneel op
om de bevestigingslipjes (D) er gemakkelijker in
te kunnen steken.
31 • Bevestig het achterpaneel door de twee
schroeven vast te draaien zoals op de afbeelding.
32 • Voltooi de bevestiging van het achterpaneel door
de schroef onder de uitlaatpijp vast te draaien.
33 • Monteer de verticale steunen rechts en links van
de rollbar aan de bovenkant van het chassis
(achter de stoelen) en duw ze omlaag om ze vast
te zetten (1). Opmerking: om de juiste positie
van de verticale steunen rechts en links te
bepalen, moet worden nagegaan of het
uitstekende deel van elke steun samenvalt met
de koppeling aan de zijkant van het rooster.
34 • Steek de buis van het rooster in de zijsteun, en
draai hem (2).
35 • Bevestig beide verticale buizen met de
meegeleverde schroeven.
36 • Bevestig de buizen van het rooster aan de
verticale steunen met de meegeleverde
schroeven.
37 • Monteer de achterste buizen van de rollbar (links
en rechts) zoals op de afbeelding.
38 • Bevestig het bovenste deel van de buizen met de
schroef, zoals op de afbeelding.
39 • Zet de buizen nu aan de onderkant vast.
40 • Monteer de beugels in het midden van de rollbar,
zoals op de afbeelding.
41 • Controleer of de beugels horizontaal zitten en
naar de binnenkant gericht zijn.
42 • Plaats de dwarsstang in de beugels.
43 • Ga verder door de schroef in de voorste
opening te steken en de moer in de achterste
opening, aan beide zijden, zoals op de afbeelding.
44 • Haal de schroeven aan.
45 • Steek de dwarsstang van de rollbar in deverticale
steunen, maar let erop dat de 3 openingen voor
de lampen naar de voorkant van het voertuig
gericht zijn en geplaatst zijn zoals op afb. B.
46 • Bevestig de veiligheidsgordels en de dwarsstang
van de rollbar aan de verticale steunen met de
meegeleverde schroeven.
47 • Monteer op de dwarsstang van de rollbar de 3
ringen voor de lichten, zoals op de afbeelding.
48 • Bevestig de lichten aan de dwarsstang van de
rollbar met de meegeleverde schroeven, maar let
er hierbij op dat ze samenvallen met de
openingen van de ringen.
49 • Schroef het achternet op de bodem van de
laadbak met de 3 meegeleverde schroeven en let
daarbij op de juiste richting van het net.
50 • Bevestig het net aan de bovenkant van de
rolbeugel, door alle aanwezige pinnen vast te
maken, zie afbeelding.
51 • Frontpaneel:
• A - lipjes voor bevestiging van het chassis
• B - opening voor bevestiging aan het chassis
• C - opening voor bevestiging aan de bodem
• D - lipje voor bevestiging aan de motorkap
• E - bevestigingsopening rollbar voorzijde
52 • Plaats het frontpaneel door de punten die
gemarkeerd zijn met de letters A B in het chassis
te steken. Duw het paneel en het chassis vast ter
hoogte van punt B (zoals in de ronde afbeelding),
waarbij u uw hand binnenin het chassis steekt.
53 • Duw ter hoogte van het lipje D op het middelste
deel van het frontpaneel om het aan de
motorkap vast te zetten.
54 • Duw op het onderste deel van het paneel om de
twee lipjes C vast te haken.
55 • Plaats de rollbar aan de voorzijde door hem op
de pennen te steken.
56 • Let op de onderkant van de rollbar die in de
opening E van het paneel moet komen, zoals op
de tekening.
57 • Zet de rollbar vast met de meegeleverde schroef.
58 • Voltooi de bevestiging van de rollbar met de
twee schroeven aan de voorkant.
59 • Duw de twee delen van het stuurwiel op elkaar
tot ze helemaal aan elkaar vast zitten.
60 • Breng de dop midden op het stuur aan.
61 • Verwijder de plastic bescherming van de
stuurstang.
62 • Plaats het stuur en lijn de gaten uit met de gaten
van de stuurstang.
63 • Zet het stuurwiel vast met de schroefpen en de
moer (de moer wordt vastgezet in de zeshoekige
opening, de schroefpen in de ronde opening), en
houd de moer hierbij in zijn opening geduwd.
64 • Steek de handgreep voor de passagier in de
opening in het dashboard.
65 • Zet de handgreep vast met de meegeleverde
schroef.
66 • Duw de tankdop op zijn plaats.
67 • Plaats de (eerder weggehaalde) stoeldrager aan
de bestuurderszijde.
68 • Plaats de (tevoren opgelade) accu in de ruimte
onder stoel aan de passagierszijde.
69 • Steek de stekker van de accu en de stekker van