Opbergen van de inbussleutel
LET OP:
Denk eraan dat u de inbussleutel niet
in de gereedschapskop laat zitten. Dit kan letsel
en/of schade aan het gereedschap veroorzaken.
Wanneer de inbussleutel niet wordt gebruikt, bergt u
hem op zoals aangegeven in de afbeelding zodat u hem
niet verliest.
► Fig.20: 1. Inbussleutel
BEDIENING
Het schouderdraagstel bevestigen
LET OP:
Wanneer u het gereedschap gebruikt
in combinatie met de ruggedragen voeding, zoals
de draagbare voedingseenheid, mag u het schou-
derdraagstel dat in de doos van het gereedschap
zit niet gebruiken, maar gebruikt u in plaats daar-
van de draagband aanbevolen door Makita.
Als u het schouderdraagstel die in de doos van het
gereedschap zit omdoet en tegelijkertijd het schou-
derdraagstel van de ruggedragen voeding draagt, is
het moeilijk om het gereedschap of de ruggedragen
voeding in een noodgeval af te doen, waardoor een
ongeval of letsel kan ontstaan. Voor de aanbevolen
draagband neemt u contact op met een erkend
Makita-servicecentrum.
LET OP:
Gebruik altijd het schouderdraagstel
bevestigd aan het gereedschap. Stel voor gebruik
het schouderdraagstel af op de lichaamsgrootte
van de gebruiker om vermoeidheid te voorkomen.
LET OP:
Verzeker u er voor gebruik van dat
het schouderdraagstel goed is bevestigd aan het
bevestigingsoog van het gereedschap.
1.
Draag het schouderdraagstel over uw
linkerschouder.
► Fig.21
2.
Maak de haak van de schouderriem vast aan het
bevestigingsoog van het gereedschap.
► Fig.22: 1. Haak 2. Bevestigingsoog
3.
Stel het schouderdraagstel af op een comforta-
bele werkhouding.
► Fig.23
Het schouderdraagstel is voorzien van een
snelontgrendelingsmethode.
Knijp eenvoudigweg de zijkant van de gesp in om het
gereedschap los te maken van het schouderdraagstel.
► Fig.24: 1. Gesp
Correct hanteren van het
gereedschap
WAARSCHUWING:
altijd tegen uw rechterzij. Een correcte plaatsing
van het gereedschap geeft een maximale controle en
verkleint de kans op ernstig persoonlijk letsel.
WAARSCHUWING:
te allen tijde de controle over het gereedschap
behoudt. Zorg ervoor dat het gereedschap zich
niet in uw richting of in de richting van iemand die
in de buurt staat beweegt. Als u de controle over het
gereedschap verliest, kan dat leiden tot ernstig letsel
van de gebruiker en omstanders.
WAARSCHUWING:
komen, bewaart u een afstand van 15 meter tus-
sen gebruikers wanneer twee of meer gebruikers
in hetzelfde gebied aan het werk zijn. Zorg boven-
dien voor een persoon die de afstand tussen de
gebruikers in de gaten houdt. Als iemand of een
dier binnen het werkgebied komt, stopt u onmid-
dellijk met het gebruik.
LET OP:
Als tijdens gebruik het snijgarnituur
per ongeluk een steen of hard voorwerp raakt,
moet het gereedschap worden gestopt en op
beschadigingen worden gecontroleerd. Als het
snijgarnituur beschadigd is, moet deze onmiddel-
lijk worden vervangen. Het gebruik van een bescha-
digd snijgarnituur kan leiden tot ernstig persoonlijk
letsel.
Een correcte plaatsing en hantering geven een optimale
controle en verkleinen de kans op letsel.
► Fig.25
Bij gebruik van de nylondraad-snijkop (type met
stoot-aanvoermechanisme)
De nylondraad-snijkop is een dubbele-draad-
kop voor de graskantmaaier uitgerust met een
stoot-aanvoermechanisme.
Om de nylondraad aan te voeren, tikt u met de snijkop
op de grond terwijl deze draait.
► Fig.26: 1. Meest effectieve maaigebied
KENNISGEVING:
nisme zal niet goed werken wanneer de nylon-
draad-snijkop niet draait.
OPMERKING: Als de nylondraad niet wordt aan-
gevoerd wanneer de snijkop tegen de grond wordt
gestoten, volgt u de procedures in de tekst onder het
kopje Onderhoud om de nylondraad opnieuw op te
wikkelen of te vervangen.
69 NEDERLANDS
Houd het gereedschap
Let er goed op dat u
Om een ongeval te voor-
Het stoot-aanvoermecha-