F
GB
D
E
I
P
WAARSCHUWING:
Controleer voor u met de kettingzaag begint te
werken altijd of de kettingrem in perfecte staat
verkeert (door de handbescherming te activeren
en de hendel los te laten). Laat het toestel
herstellen indien de remtijd langer wordt.
Verbinding met het stroomnet
WAARSCHUWING:
Verifieer dat de spanning en de frequentie van de
stroomkabel, zoals vermeld op het waardenetiket,
overeen- komt met uw stroomnet.
WAARSCHUWING:
Controleer de stroomkabel en het verlengsnoer
op schade vooraleer u begint te werken. Gebruik
alleen stroomkabels en verlengsnoeren in
perfecte staat.
WAARSCHUWING:
Het elektrisch systeem waaraan de kettingzaag
is verbonden, moet met een differentieel
veiligheidsschakelaar (met een max. van 30mA
uitlaatstroom) worden uitgerust.
De kettingzaag is met opzet kort om te voorkomen dat deze
in contact komt met de draaiend zaagketting wanneer de
machine wordt gebruikt.
Het is aangewezen om de ontspanningsgordel tussen
de stekker van de kettingzaag en de koppelcontactdoos
van het verlengsnoer te installeren. Deze voorkomt dat
de stekker per ongeluk uit de koppelcontactdoos van het
verlengsnoer glijdt.
VOOR U BEGINT
Gelieve volgende veiligheidsvoorschriften te volgen
om terugslag te voorkomen:
Begin nooit te zagen met de punt van het zaagblad!
■
Hou de punt van het zaagblad steeds goed in de
gaten!
Zaag nooit met de punt van het zaagblad. Wees
■
voorzichtig wanneer u verder zaag in sneden die u
reeds hebt aangebracht!
Start altijd te zagen met een kettingzaag die al draait.
■
Zorg ervoor dat de zaagketting altijd goed is geslepen.
■
Zaag nooit door meer dan een tak tezelfdertijd! Wees
■
voorzichtig om geen andere takken te raken, wanneer
u takken snoeit.
a) Wanneer u dwars snijdt, let dan op voor bomen die
erg dicht bij elkaar staan. Gebruik, indien mogelijk, een
zaagbok.
NL
S
DK
N
FIN GR HU
Nederlands
CZ RU
RO PL SLO HR TR EST LT
Kettingzaaag vervoeren
Haal steeds de stekker uit het stopcontact en bevestig het
kettingdeksel over het zaagblad en de ketting vooraleer
u de kettingzaag vervoert. Wanneer de kettingzaag
verschillende sneden moet aanbrengen, moet de zaag
tussen de sneden worden uitgeschakeld.
Kettingbeschermer (Fig. 2)
Het kettingdeksel moet op de ketting en het zaagblad
worden geklikt zodra de zaagwerkzaamheden voorbij zijn
en wanneer de machine moet worden vervoerd.
WERKING
WAARSCHUWING:
Draag
gezichts-
lichaamsbescherming
gebruikt. Zorg ervoor dat de olie- tank vol is
voor gebruik.
De kettingrem losmaken
■
Om de kettingzaag opnieuw te kunnen gebruiken, moet
de zaagketting worden ontgrendeld. Schakel eerst de
aan/uit schakelaar van de zaagontgrendeling volledig
uit en trek dan de kettingrem terug naar de achterkant
van de kettingzaag toe, tot deze op zijn plaats sluit. De
ketting zal nu bewegen wanneer de kettingzaag wordt
ingeschakeld.
De kettingzaag vastmaken (Fig. 8)
■
Hou altijd met beide handen vast, waarbij duimen en
vingers de handgrepen omsluiten. Zorg ervoor dat uw
linkerhand de handgreep zodanig vasthoudt dat uw
duim onderaan is.
De kettingzaag gebruiken
■
Zorg er steeds voor dat u stevig op de grond staat
en hou de kettingzaag met beide handen stevig vast
terwijl de motor draait.
Boom vellen (Fig. 9)
■
Wanneer kortzaag- of velwerkzaamheden worden
uitgevoerd door twee of meer personen tezelfdertijd,
moet het vellen van het kortzagen worden gescheiden
door een afstand van tenminste twee maal de hoogte
van de boom die wordt geveld. Bomen mogen niet op
een zodanige manier worden geveld dat iemand in
gevaar wordt gebracht, een nutsleiding wordt geraakt
of schade aan eigendommen wordt toegebracht.
Wanneer de boom een nutsleiding raakt, moet het
nutsbedrijf onmiddellijk worden verwittigd.
De bediener van de kettingzaag moet heuvelopwaarts
van het terrein staan aangezien de boom waarschijnlijk
heuvelafwaarts zal rollen of glijden nadat hij werd
geveld.
69
LV
SK BG
gehoor-
en
terwijl
u
de
zaag