8. GA ALS VOLGT TE WERK VOOR GEBRUIK: ACCESSOIRES
8.1 Accessoires plaatsen
Een kleine inkeping bovenaan verhoogt de
veiligheid. De inkepingen zijn ook anti-
Bakrooster:
Plaats het rooster tussen de geleidestangen van
de roostersteun.
Bakplaat / Diepe schaal:
Schuif de plaat tussen de geleidestangen van de
inschuifrail.
8.2 Voedselsensor
Voedselsensor- meet de temperatuur binnenin het voedsel. Je kunt het bij elke
verwarmingsfunctie gebruiken.
De oventemperatuur: (minimaal 120 °C).
Ingrediënten moeten op kamertem‐
peratuur zijn.
De oven berekent een geschatte bereidingseindtijd. Dit hangt af van de voedselkwaliteit, de
ingestelde ovenfunctie en de temperatuur.
18
NEDERLANDS
Er moeten twee temperaturen worden ingesteld:
Voor de beste kookresultaten:
Niet gebruiken voor vloeibare
gerechten.
kantelmechanismen. De hoge rand rond het
rooster voorkomt dat het kookgerei van het
rooster afglijdt.
De kerntemperatuur.
Tijdens het koken moet het in de schaal
blijven.