Beschadigingen door ondeskundige wijzigingen aan
het toestel voorkomen
>
Voer in geen geval zelf wijzigingen of handelingen aan
het toestel of aan andere delen van de installatie uit.
>
Probeer nooit onderhoud of reparaties aan het toe-
stel zelf uit te voeren.
>
Vernietig of verwijder geen verzegelingen van com-
ponenten. Enkel erkende installateurs en de service-
dienst van de fabriek zijn bevoegd om gelode compo-
nenten te veranderen.
Beschadigingen door ondeskundige wijzigingen
rondom het toestel voorkomen
Voor bouwconstructies in de omgeving van het toestel
geldt het veranderingsverbod, voor zover die een invloed
op de bedrijfsveiligheid van het toestel kunnen hebben.
Voor wijzigingen aan het toestel of in de omgeving
ervan moet u in elk geval een beroep doen op de instal-
lateur die hiervoor bevoegd is.
>
Voor wijzigingen aan het toestel of in de omgeving
ervan moet u in elk geval een beroep doen op de
erkende installateur die hiervoor bevoegd is.
Voorbeeld: Een kastachtige ommanteling van het toestel
valt onder de betreffende uitvoeringsvoorschriften.
>
Omsluit in geen geval eigenhandig uw toestel.
>
Vraag uw installateur om informatie, als u een derge-
lijke ommanteling wenst.
Beschadigingen door te lage installatiedruk voorko-
men
Om te voorkomen dat u de installatie met een te kleine
hoeveelheid water gebruikt en daardoor mogelijke
beschadigingen en storingen, neemt u het volgende in
acht:
>
Controleer regelmatig de installatiedruk
(¬ Hoofdst. 4.2.2).
>
Neem de aanwijzingen voor de installatiedruk in acht
(¬ Hoofdst. 4.6.1).
Corrosieschade voorkomen
Om corrosie aan uw toestel en ook in de verbrandings-
gasinstallatie te voorkomen, neemt u het volgende in
acht:
>
Gebruik geen sprays, oplosmiddelen, chloorhoudende
reinigingsmiddelen, verf, lijm etc. in de omgeving van
het toestel.
Deze stoffen kunnen onder ongunstige omstandigheden
tot corrosie leiden.
Bedieningshandleiding ecoVIT exclusiv 0020077406_00
Aanwijzingen voor de veiligheid 2
Vorstschade voorkomen
Bij stroomstoringen of bij een te lage instelling van de
kamertemperatuur in afzonderlijke vertrekken kan niet
worden uitgesloten dat gedeelten van de CV-installatie
door vorst beschadigd worden.
>
Verzeker u ervan dat, als u tijdens een vorstperiode
afwezig bent, de cv-installatie in bedrijf blijft en de
kamers voldoende op temperatuur worden gehouden.
>
Neem de aanwijzingen voor vorstbeveiliging in acht
(¬ Hoofdst. 4.8).
Installatie bij stroomstoring in werking houden
Uw installateur heeft uw toestel bij installatie aangeslo-
ten op het elektriciteitsnet.
Wanneer de stroomvoorziening uitvalt, kan niet worden
uitgesloten, dat delen van de verwarmingsinstallatie
door vorst worden beschadigd.
Indien u het toestel bij een stroomstoring met een nood-
stroomaggregaat operationeel wilt houden, neemt u het
volgende in acht:
>
Zorgt u ervoor, dat het noodstroomaggregaat in zijn
technische waarden (frequentie, spanning, aarding)
overeenkomt met de waarden van het elektriciteits-
net.
>
Vraagt u advies bij uw installateur.
Handelwijze bij lekkages in de warmwaterleiding
>
Sluit bij lekkages in de warmwaterleiding tussen het
toestel en de aftappunten onmiddellijk de koudwater-
stopkraan.
>
Laat de lekkage verhelpen door een installateur.
BE
57
NL