De omkeerschakelaar bedienen
► Fig.5: 1. Omkeerschakelaar
LET OP:
Controleer altijd de draairichting
alvorens het gereedschap te starten.
LET OP:
Verander de stand van de omkeer-
schakelaar alleen nadat het gereedschap volledig
tot stilstand is gekomen. Als u de draairichting
verandert terwijl het gereedschap nog draait, kan het
gereedschap beschadigd raken.
LET OP:
Zet de omkeerschakelaar altijd in de
neutrale stand wanneer u het gereedschap niet
gebruikt.
Dit gereedschap heeft een omkeerschakelaar voor het
veranderen van de draairichting. Druk de omkeerscha-
kelaar in vanaf kant A voor de draairichting rechtsom, of
vanaf kant B voor de draairichting linksom.
Wanneer de omkeerschakelaar in de neutrale
stand staat, kan de trekkerschakelaar niet worden
ingeknepen.
Het aandraaikoppel instellen
► Fig.7: 1. Instelring 2. Koppelaanduiding 3. Pijlteken
Door de instelring te draaien, kan het aandraaikoppel worden ingesteld op 21 niveaus. Lijn de koppelaanduiding uit met het
pijlteken op het gereedschapshuis. Voor het minimumaandraaikoppel kiest u 1 en voor het maximumaandraaikoppel kiest u
De koppeling slipt door op de betreffende koppelniveaus bij de instellingen 1 tot en met 20. De koppeling werkt niet op de instelling
Alvorens met het eigenlijke werk te beginnen, draait u eerst een testschroef in uw werkstuk of een stuk identiek
materiaal, om te bepalen welk aandraaikoppel het meest geschikt is voor een bepaalde toepassing.
Hieronder volgt een grove richtlijn voor de relatie tussen de schroefmaat en de koppelaanduiding.
Koppelaanduiding
Kolomschroef
Houtschroef Zachthout
(bijv.
naaldhout)
Hardhout
(bijv. meranti)
MONTAGE
LET OP:
Zorg altijd dat het gereedschap is
uitgeschakeld en de accu ervan is verwijderd
alvorens enig werk aan het gereedschap uit te
voeren.
Het schroefbit/boorbit aanbrengen
of verwijderen
Voor model DF332D (optioneel accessoire)
► Fig.8: 1. Bus 2. Dicht 3. Open
Draai de klembus linksom los om de klauwen te ope-
nen. Plaats het schroefbit/boorbit zo ver mogelijk in de
spankop. Draai de klembus rechtsom om het bit in de
spankop vast te zetten. Om het schroefbit/boorbit te
verwijderen, draait u de klembus linksom.
1
2
3
4
5
6
M4
–
–
Snelheidskeuze
► Fig.6: 1. Snelheidskeuzeknop
LET OP:
Zet de snelheidskeuzeknop altijd vol-
ledig in de juiste stand. Als u het gereedschap gebruikt
met de snelheidskeuzeknop halverwege tussen de stan-
den "1" en "2", kan het gereedschap beschadigd worden.
LET OP:
Verander de instelling van de snel-
heidskeuzeknop niet terwijl het gereedschap
draait. Dat kan het gereedschap beschadigen.
Stand van de
snelheids-
keuzeknop
1
2
Als u de snelheid wilt veranderen, schakelt u eerst het gereedschap
uit. Selecteer stand "2" voor een hoge snelheid of stand "1" voor een
lage snelheid met een hoog koppel. Let op dat de snelheidskeuze-
knop geheel in de juiste stand is gezet voordat u gaat werken.
Als de snelheid van het gereedschap tijdens gebruik in
stand "2" sterk afneemt, zet u de knop in stand "1" en
begint u het gebruik opnieuw.
7
8
9
10
11
M5
ɸ3,5 x 22
ɸ4,1 x 38
ɸ3,5 x 22
Aanbrengen of verwijderen van het
schroefbit of de schroefdop
Voor model DF032D (optioneel accessoire)
► Fig.9
Gebruik uitsluitend een schroefbit/schroefdop met een
insteekgedeelte zoals aangegeven in de afbeelding.
Gebruik geen ander schroefbit/schroefdop.
Voor gereedschappen met een ondiepe
schroefbit-insteekopening
A=12 mm
B=9 mm
40 NEDERLANDS
Snelheid
Koppel
Laag
Hoog
Hoog
Laag
12
13
14
15
16
17
M6
ɸ4,1 x 38
Gebruik uitsluitend dit type
schroefbit. Volg procedure 1.
(Opmerking) De bitadapter is
niet nodig.
Toepassing
Zware belasting
Lichte belasting
.
.
18
19
20
–
–