Isolatie leiding:
a.
Plaats de afvoerslang onder de leiding.
b.
Gebruik polytheen schuimplastic van meer
dan 6 mm dikte als isolatiemateriaal.
-
De afvoerslang moet licht aflopen om het
vocht gemakkelijk af te kunnen voeren.
Let op dat de afvoerslang niet gedraaid
ligt, of uitsteekt, het uiteinde mag niet in
het water hangen.
Als de afvoerleiding met een slang wordt
verlengd dient het gedeelte dat langs de binnenunit loopt te worden geïsoleerd.
-
Wanneer de leidingen aan de rechterkant zitten, dienen leiding, voedingskabel en afvoerleiding
geïsoleerd te worden en met een pijpenklem aan de achterkant van de binnenunit te worden
gemonteerd.
Montageplaat
A. Pijpenklem op groef aanbrengen.
B. Druk dan de klem vast op de montageplaat.
Verbinden leidingen
a.
Verbind de binnenunit leidingen met twee moersleutels.
Kies het juiste aanhaalmoment om te voorkomen dat leiding,
verbindingsstukken en moeren vervormen of beschadigen.
b.
Eerst met de hand aandraaien, daarna met moersleutels
vastzetten.
Model
Afmeting leiding
S95/S125/S185
S245
S95
S125/S185
S245
1
130
Voedingskabel 1
(warmtepomp)
Bedrading ontdooiregeling
(warmtepomp)
Pijpenklem
Montageplaat
Aanhaal-
moment
Grote pijp
Voedingskabel
Hier door-
steken
Pijpenklem
Montageplaat
Grootte
moer
Isolatieleiding
Kleine
pijp
Afvoerslang
Hier vast-
haken