Veiligheidscontroles; Algemene Veiligheidscontrole - Stiga MP2 500 Li D48 Serie Gebrauchsanweisung

achteraan (afb. 10.B) in de voorziene
gaten, controleer de stabiliteit ervan.
3. Voor de modellen met mogelijkheid tot zijdelingse
aflaat: controleer dat de zij-beveiliging (afb. 10.C)
omlaag is gebracht en wordt geblokkeerd
door de veiligheidshendel (afb. 10.D).
Om de uitlaatdeflector achteraan te verwijderen:
Til de bescherming van de aflaat
1.
achteraan op (afb. 10.A).
2. Til de uitlaatdeflector achteraan op zodat hij
uit de gaten wordt gehaakt (afb. 10.B).
c. Voorbereiding voor het maaien en fijnmalen
van het gras (functie "mulching"):
1. Til de afvoerbeveiliging achterzijde
(afb. 11.A) op en plaats de geleidedop
(afb. 11.B) in de afvoeropening.
2. Voor de modellen met mogelijkheid tot zijdelingse
aflaat: controleer dat de zij-beveiliging (afb. 10.C)
omlaag is gebracht en wordt geblokkeerd
door de veiligheidshendel (afb. 10.D).
Voor de verwijdering van de dop van de deflector:
1. Til de bescherming van de aflaat
achteraan op (afb. 11.A).
2. Verwijder de geleidedop (afb. 11.B).
d. Voorbereiding voor het maaien en de
zijdelingse aflaat van het gras op het terrein:
1. Hef de beveiliging van de achterafvoer
(afb. 12.A) en breng de geleidedop
(afb. 12.B) aan in de afvoeropening.
2. Druk zachtjes op de veiligheidshendel (afb. 12.C)
en hef de beveiliging van de zij-afvoer (afb. 12.D).
3. Plaats de zijdelingse aflaatdeflector (afb. 12.E).
4. Sluit de beveiliging van de zij-afvoer
(afb. 12.D) zodanig dat de beveiliging voor
de zij-afvoer (afb. 12.E) wordt vastgezet.
Om de geleidedop voor de zij-afvoer te verwijderen:
1. Druk zachtjes op de veiligheidshendel (afb. 12.C)
en hef de beveiliging van de zij-afvoer (afb. 12.D).
2. Maak de geleider voor de zij-afvoer los (afb. 12.E)
Voor de verwijdering van de dop van de deflector:
1. Til de bescherming van de aflaat
achteraan op (afb. 12.A).
2. Verwijder de geleidedop (afb. 12.B).
6.1.3 Afstelling van de maaihoogte
Stel de maaihoogte af zoals aangegeven in (par. 5.6).
6.1.4 Regeling van de hoogte van de steel
Doe dit enkel wanneer het maaimechanisme stil
staat.
De hoogte van de steel is regelbaar in 3
verschillende posities, aangeduid door de
indicator op de basis van de steel (afb. 13.A).
Voor de wijziging van de hoogte van de steel moeten beide
hendels op de zijkanten van de steel geactiveerd worden
(afb. 13.B), en moeten ze in positie gehouden worden.
Plaats de steel voorzichtig op de gewenste
hoogte, en laat de twee hendels los.
Vanuit de werkpositie is het mogelijk om de steel in de
gesloten positie te klappen, voor de stalling (par. 9.1).
6.2

VEILIGHEIDSCONTROLES

Voer de volgende veiligheidscontroles uit en
controleer of de resultaten overeenstemmen
met wat aangegeven is in de tabellen.
Voer vóór het gebruik altijd
een veiligheidscontrole uit.
6.2.1

Algemene veiligheidscontrole

Object
Handgrepen
Steel
Maai-inrichting
Achterste aflaatbeveiliging;
opvangzak
Zijdelingse
aflaatbescherming;
zijdelingse aflaatdeflector
Schakelaarbediening
Hendel aanwezigheid
operator
Bedieningshendel
aandrijving
Accu
Schroeven/moeren
op de machine en op
de maai-inrichting
Doorgangen van
de koellucht
Machine
NL - 7
Resultaat
Schoon, droog.
Correct en stevig aan
de machine bevestigd.
Schoon, niet beschadigd
of versleten.
Ongeschonden.
Geen schade. Correct
gemonteerd.
Ongeschonden.
Geen schade. Correct
gemonteerd.
De hendel moet vrij
kunnen bewegen, zonder
geforceerd te worden,
en bij het loslaten moet
deze automatisch en
snel terug in de neutrale
stand komen.
Geen schade aan het
omhulsel, geen lekken
van vloeistoffen.
Goed vastgedraaid
(niet los).
Niet verstopt.
Geen tekens van
beschadiging of slijtage.