Na Het Gebruik; Onderhoud - Schneider Airsystems UNM 210-8-25 WXOF Original Bedienungsanleitung

NL
UNM
2. Rechtsom draaien = druk wordt ver-
hoogd. Linksom draaien = druk wordt
verlaagd.
3. Ingestelde werkdruk op de manometer
(pos. 13) aflezen.
4. Instelknop naar beneden drukken om te
arrêteren.
Technische Gegevens
schappen/-apparaten in acht nemen.

2.5.3 Na het gebruik

1. Compressor uitschakelen.
2. Stroomtoevoer onderbreken.
3. Steeknippel van de persluchtslang van
de snelkoppeling afnemen.
2.6

Onderhoud

Veiligheidsaanwijzingen in acht nemen!
Interval
dagelijks
eenmalig na 10 h
50 h
500 h
1.000 h
2.500 h
2.6.1 Vóór elk onderhoud
1. Compressor met de AAN/UIT-schakelaar
(pos. 10) uitschakelen. Stroomtoevoer
onderbreken.
2. Compressor drukloos maken: met uit-
blaaspistool gehele druk uit de container
wegblazen.
II/38
Persluchtgereed-
uiterlijk Werkzaamheden
indien nodig Compressor reinigen
Filterinzet reinigen (filterdrukvermindering) 2.6.3
na elk gebruik Condensaat uit drukvat laten weglopen
Condensaat uit filterdrukvermindering laten
weglopen
Inbedrijfname Oliepeil controleren, evt. bijvullen
Schroefverbindingen controleren
wekelijks Aanzuigfilter controleren
na 1/2 jaar V-snaarspanning controleren (indien aanw.) 2.6.10
Aanzuigfilter reinigen
Olie verversen (1e olieverversing)
na 1 jaar Olie verversen (minerale olie)
Aanzuigfilter vervangen
Terugslagventiel en inzetstuk vervangen
Schroefverbindingen controleren
na 2 jaar Olie verversen (synthetische olie)
V-snaar vervangen (indien aanw.)
na 5 jaar Veiligheidsventiel vervangen
Bij compressoren met veiligheids-snel-
koppeling:
De buitenste koppelingsring naar achte-
ren schuiven tot de veiligheids-steeknip-
pel van de persluchtslang naar voren
springt.
De buitenste koppelingsring naar voren
en de persluchtslang uit de veiligheids-
snelkoppeling trekken.
4. Compressor indien nodig reinigen (zie
hoofdst. 2.6.2).
5. Compressor drukloos
hoofdst. 2.6.1).
6. Compressor naar de opslagplaats trans-
porteren (zie hoofdst. 2.4.1).
Olie alleen aftappen wanneer het appa-
raat voldoende afgekoeld is.
2.6.2 Compressor reinigen
• Koelribben bij de cilinder, cilinderkop en
nakoeler met perslucht reinigen.
• Afdekking ventilatorwiel bij de motor reini-
gen.
maken (zie
zie
hoofd-
stuk
2.6.2
2.6.5
2.6.4
2.6.6
2.6.8
2.6.9
2.6.9
2.6.7
2.6.7
2.6.9
2.6.11
2.6.8
2.6.7
2.6.10
2.6.12