5. Zodra de actuele meetwaarde in de buurt komt van de ingestelde
afstand, wordt het alarmsignaal steeds sneller herhaald. De
frequentie waarmee u het alarmsignaal hoort is het hoogst als de
actueel gemeten waarde en de ingestelde waarde gelijk zijn.
De frequentie waarmee het alarmsignaal te horen is gaat
ook omhoog als u in de buurt komt van een veelvoud van
de ingestelde afstand.
Als u bijvoorbeeld een afstand van 2 m hebt ingesteld,
hoort u het alarmsignaal ook zeer snel achter elkaar bij
actuele gemeten waarden van 4 m, 6 m, 8 m, 10 m, etc.
6. Druk op toets ON om het meten te onderbreken. U kunt dan met
de toetsen + en - de afstand zoals eerder beschreven opnieuw
instellen.
7. Druk op toets ON om weer met meten door te gaan.
19. Opgeslagen meetwaarden oproepen
•
De laatste 50 meetresultaten worden automatisch in het geheugen
opgeslagen.
•
Zodra alle 50 geheugenplaatsen gevuld zijn, wordt de oudste
meetwaarde gewist. Het meest recente meetresultaat wordt dan
opgeslagen op plaats 50.
•
Om de opgeslagen meetresultaten op te roepen drukt u in standby-
modus op toets + (K) om de plaatsen in het geheugen in oplopende
volgorde op te roepen.
•
Druk op toets - (E) om de plaatsen in het geheugen in aflopende
volgorde op te roepen.
•
De geheugenplaats (13) wordt links van het midden op het
beeldscherm aangegeven.
102