GYS MULTIWELD FV 220M Bedienungsanleitung Seite 59

MULTIWELD 250T / 320T / FV 220M / 400T
VEILIGHEIDSMAATREGELEN EN ADVIEZEN
1 - Oververhitting :
Dit apparaat is uitgerust met een ventilatie-systeem dat gereguleerd wordt door de temperatuur van het apparaat. Wanneer het
thermisch beveiligingsniveau bereikt wordt levert het apparaat geen stroom meer. Het oranje LED lampje (fig. VI-1) blijft branden
zolang de temperatuur van het apparaat niet tot z'n normale waarde is gedaald.
• Laat de ventilatie-openingen van het apparaat vrij zodat de lucht goed kan circuleren.
• Laat na het lassen en tijdens de thermische beveiliging het toestel aanstaan om het af te laten koelen.
2 - Overstroom :
Dit apparaat is uitgerust met een beveiliging tegen primaire overstroom. In geval van een te hoge stroomtoevoer zal het oranje
lampje (fig. VI-1) gaan branden. In dit geval moet het apparaat uitgeschakeld en weer opnieuw aangezet worden.
3 - P400 (uitsluitend FV 220M) :
Dit apparaat is uitgerust met een beveiliging tegen primaire overspanning. In dit geval zal het oranje LED lampje (fig. VI-1) gaan
knipperen (1 keer per seconde).
4 - Opmerkingen :
• Respecteer de standaard lasregels.
• Verzekert u zich ervan dat er voldoende ventilatie is.
• Niet op een natte ondergrond werken. Gebruik, om gaslekkages te voorkomen, de klembanden uit de accessoire-doos.
- Zorg ervoor dat de gasfles goed op z'n plaats wordt gehouden met behulp van de bevestigingsband, zie fig. V.
- Regel de gastoevoer door aan het wieltje op de drukregelaar te draaien.
AFWIJKINGEN, OORZAKEN, OPLOSSINGEN
SYMPTOMEN
Het beschermingslicht gaat aan
Beveiligingslampje knippert
(Alleen MULTIWELD FV 220M)
De draadaanvoer is niet constant.
De motor van het draadaanvoer-
systeem werkt niet.
Slechte draadaanvoer.
Geen lasstroom.
De draad blokkeert na de rollers.
MOGELIJKE OORZAKEN
Overschrijden inschakelduur
Omgevingstemperatuur hoger dan 40°C
Lucht-ingangen geblokkeerd
Netspanning hoger dan maximaal toegestaan
Spatten verstoppen de opening.
De draad glijdt niet goed mee met de rollers.
De rem van de spoel of van de rollers zit te
strak.
Probleem met de stroomvoorziening.
De mantel die de draad leidt is vies of bescha-
digd.
Drukrol zit te los.
De rem van de draadspoel is te strak afgesteld.
Stopcontact en stekker zijn niet correct aanges-
loten.
Slechte aarding.
Vermogensschakelaar werkt niet.
De mantel die de draad leidt is geplet.
De draad blokkeert in de toorts.
Geen capillaire buis.
De snelheid van de draadaanvoer is te hoog.
OPLOSSINGEN
Wacht tot het waarschuwingslampje uit is
alvorens de laswerkzaamheden te hervat-
ten.
Respecteer de inschakelduur en zorg voor
de juiste ventilatie
Laat uw elektrische installatie controleren
door een gekwalificeerde persoon.
Vervang de contactbuis of maak deze
schoon, en breng daarna anti-hechtmid-
del aan.
• Controleer de druk van de rollers, of
vervang deze.
• Diameter van de draad niet geschikt
voor de rol.
• Mantel in de toorts niet geschikt
De rem en de rollen losser afstellen.
Controleer of de aan/uit schakelaar op
"aan" staat.
Reinigen of vervangen.
Draai de rol strakker aan.
Stel de rem losser af.
Controleer de aansluiting van de stekker
en kijk of het stopcontact gevoed wordt.
Controleer de massa kabel (aansluiting
en staat van de klem).
Controleer de trekker van de toorts.
Controleer de mantel en de toorts.
Vervangen of schoonmaken.
Controleer de aanwezigheid van de capil-
laire buis.
Verlaag de draadaanvoer.
NL
59