Nederlands
Hendel van het spuitpistool vergrendelen
2
► Hendel (2) loslaten.
De hogedrukpomp schakelt automatisch uit en
er stroomt geen water meer uit de sproeier.
De hogedrukreiniger blijft verder ingeschakeld.
► Arrêteerhendel (1) in stand
11.4
Reinigen
Afhankelijk van de toepassing kan met de vol‐
gende sproeiers worden gewerkt:
– Vlakstraalsproeier: de vlakstraalsproeier is
geschikt voor het reinigen van grote vlakken.
– Rotorsproeier: de rotorsproeier is geschikt
voor het verwijderen van hardnekkig vuil.
Er kan worden gewerkt vanaf een kleine afstand
als er hardnekkig vuil moet worden verwijderd.
Er kan worden gewerkt vanaf een grotere
afstand als de volgende oppervlakken moeten
worden gereinigd:
– gespoten oppervlakken
– oppervlakken van hout
– oppervlakken van rubber
De vlakstraalsproeier kan worden ingesteld.
Als de vlakstraalsproeier in de richting + wordt
gedraaid, loopt de werkdruk op.
Als de vlakstraalsproeier in de richting – wordt
gedraaid, loopt de werkdruk terug.
► De waterstraal voor het begin van de reini‐
gingswerkzaamheden op een onopvallende
plek van het oppervlak richten en controleren
dat het oppervlak niet wordt beschadigd.
► De afstand van de sproeier ten opzichte van
het te reinigen oppervlak zo instellen dat het te
reinigen oppervlak niet wordt beschadigd.
66
1
schuiven.
11 Met de hogedrukreiniger werken
► De vlakstraalsproeier zo instellen dat het te
reinigen oppervlak niet wordt beschadigd.
► De spuitinrichting gelijkmatig langs het te reini‐
gen oppervlak bewegen.
► Langzaam en gecontroleerd in voorwaartse
richting lopen.
11.5
Werken met reinigingsmiddel
Reinigingsmiddelen kunnen de reinigende werk‐
ing van het water versterken. De meegele‐
verde STIHL mondstukset moet worden gebruikt.
► Het reinigingsmiddel zo doseren en gebruiken
als in de handleiding van het reinigingsmiddel
staat beschreven.
► Flacon (1) met maximaal 500 ml reinigings‐
middel vullen.
► Sproeimondstuk (2) op de flacon (1) draaien
en handvast draaien.
4
► Als er een mondstuk op de spuitlans (3) is
aangebracht: het mondstuk verwijderen.
► Mondstukset (4) op de spuitlans (3) aanbren‐
gen.
► Sterk vervuilde oppervlakken voor het reinigen
inspuiten met water.
2
1
3
0458-836-9621-A