Kärcher WS 50 Bedienungsanleitung Seite 16

Beschrijving apparaat
Mochten er eventueel accessoires ontbre-
ken of mocht u transportschade constate-
ren, neem dan contact op met uw
leverancier.
1 Tankadapter/aansluitadapter
2 Verbindingsslang filter/tank
3 Tank (wisselaar)
4 Spanriem
5 Transportrails
6 Chassis, rijdbaar
7 Vuilscheider met vuilvanger
8 Meetklok
9 Filter
10 Sleutel voor voorfilter
Voorbereiding
Apparaat transporteren
Voorzichtig
Letselgevaar! Bij verzetten van de installa-
tie erop letten, dat de persoonlijke belast-
baarheid niet overschreden wordt.
 Bij het transport in het voertuig staand
of op de transportrails liggend transpor-
teren en dienovereenkomstig zekeren.
16
Afladen
Gevaar
Verwondingsgevaar, beschadigingsge-
vaar!
Gewicht van het apparaat bij het verladen
in acht nemen!
Transportgewicht (WS 50) 35 kg
(WS 100) 40 kg
 Installatie afladen:
De installatie aan de as van de wielen
uit het voertuig trekken en via de laad-
kant op de grond neerzetten. Aan de
greep pakken en helemaal opstellen.
 Installatie opladen:
In omgekeerde volgorde opladen.
Apparaat verrijden
 De installatie aan de greep vasthouden,
naar achteren kiepen en duwen of trek-
ken. Na het rijden de installatie op een
effen oppervlak stabiel neerzetten.
Werking
Dagelijkse controles voor gebruik
Dichtheid van de installatie controleren.
–
Batterijstand (batterijstatusaanduiding
–
in het display van de meetklok) contro-
leren, eventueel vervangen. Batterijty-
pe CR2032.
Spanriem controleren, eventueel ver-
–
vangen.
Vervuiling filterkaars controleren, even-
–
tueel vervangen (bestelnr. 6.761-
361.0).
2
-
NL
Apparaat aansluiten
Gevaar
Kiepgevaar! De aansluitslangen zo leggen,
dat de installatie niet door trekken aan de
slangen kan omvallen.
Struikelgevaar! De slangen zo leggen, dat
men geen letsel kan oplopen (bijv. door
struikelen).
Voorzichtig
De installatie moet tijdens het gebruik
vorstvrij opgesteld worden. De vereiste ver-
bindingen voor de watervoorziening en
voor de verbruiker van zacht water moeten
in acht genomen worden.
Bij het aansluiten van de eenheid moeten
de geldige normen van dat moment alsook
de voorschriften van de leveranciers in acht
genomen worden.
1 Uitgang zacht water
2 Inlaat onbehandeld water
3 Tank (wisselaar)
4 Aftap-/ontluchtingsklep
 Inlaat onbehandeld water (stadswater)
aansluiten.
 Verbruiker aan de uitgang zacht water-
aansluiting aansluiten.
Zacht water produceren
 Watervoorziening openen en tank (wis-
selaar) laten vullen.
 Systeem ontluchten, daarvoor ontluch-
tingsklep openen totdat geen lucht
meer ontsnapt.