OPGELET:
Maak geen scherpe
bochten wanneer u de begrenzingsdraad
installeert.
OPGELET:
Voor een zorgvuldige
werking zonder geluid isoleert u alle
obstakels zoals bomen, wortels en stenen.
De begrenzingsdraad moet als een lus om het
werkgebied worden geplaatst. De sensoren in
het product detecteren wanneer het product de
begrenzingsdraad nadert en het product een andere
richting selecteert. Alle delen van het werkgebied
moeten zich op maximaal 35 m/115 ft van de
begrenzingsdraad bevinden.
Om de verbinding tussen de geleidingsdraad en
de begrenzingsdraad eenvoudiger te maken, raadt
Husqvarna aan een oogje te maken op de plaats waar
de geleidingsdraad wordt aangesloten. Maak het oogje
circa 20 cm/8 inch van de begrenzingsdraad.
•
Maak een blauwdruk van het werkgebied voordat
u de begrenzingsdraad en de geleidingsdraad
installeert.
E
C
A
•
Plaats de begrenzingsdraad rond het hele
werkgebied (A). Pas de afstand tussen de
begrenzingsdraad en de obstakels aan.
a)
Plaats de begrenzingsdraad 35 cm/14 inch
(B) van een obstakel dat hoger is dan 5
cm/12 inch.
b)
Plaats de begrenzingsdraad 30 cm/12 inch
(C) van een obstakel dat 1-5 cm/0.4-2 inch
hoog is.
c)
Plaats de begrenzingsdraad 10 cm/4 inch (D)
van een obstakel dat kleiner is dan 1 cm/0.4
inch.
1910 - 002 - 03.01.2023
•
•
•
Raadpleeg de volledige bedieningshandleiding voor
meer informatie. U kunt informatie krijgen over het
installeren van de begrenzingsdraad op hellingen en
in smalle doorgangen. Ook over het maken van
bijgebieden waarin u het product handmatig naar het
geselecteerde werkgebied verplaatst.
25.4.4 Onderzoeken waar de
geleidingsdraad moet worden gelegd
•
•
D
F
•
•
•
B
25.5 Montage van het product
25.5.1 Installatiegereedschappen
•
•
•
•
Als u een tegelpad op niveau van het gazon hebt,
plaatst u de begrenzingsdraad lager dan de tegels.
Let op:
Indien het tegelpad breder is dan 30
cm/12 inch, gebruikt u de fabrieksinstelling voor de
Rijd over draad om al het gras naast het
functie
tegelpad te maaien.
Als u een eiland maakt, zet u de
begrenzingsdraden die naar en van het eiland
lopen dicht bij elkaar (E). Plaats de kabels in
dezelfde kram.
Maak een oogje (F) op de plaats waar de
geleidingsdraad met de begrenzingsdraad moet
worden verbonden.
Plaats de geleidingsdraad in een lijn op minimaal 2
m/6.5 ft afstand vóór het laadstation.
Zorg voor zo veel mogelijk ruimte links van de
geleidingsdraad, gezien in de richting van het
laadstation.
Plaats de geleidingsdraad minimaal 30 cm /12 inch
van de begrenzingsdraad.
Maak geen scherpe bochten wanneer u de
geleidingsdraad plaatst.
135º
135º
Als het werkgebied een helling heeft, plaatst u de
geleidingsdraad diagonaal over de helling.
Hamer/kunststof hamer: om het plaatsen van de
krammen te vereenvoudigen.
Kantensnijder/rechte spade: om de
begrenzingsdraad te begraven.
Combinatietang: voor het knippen van de
begrenzingsdraad en het samenknijpen van de
connectoren.
Instelbare tang: voor het samenknijpen van de
koppelingen.
90º
Installatie - 69