(max. 15/15
fps)
Max. bitrate
De bitrate van de videostream wordt op een bepaalde waarde vast ingesteld. Stel de max. bitrate tussen 256
en 16384 Kbps in. Een hogere waarde komt overeen met een hogere videokwaliteit, maar vereist ook een
grotere bandbreedte.
Videocodering
Selecteer een standaard voor de videocodering. U kunt kiezen uit H.264 en MJPEG (MJPEG kan alleen bij
substream-kanalen worden gekozen).
Profiel
Selecteer hier een profiel voor de H.264-comprimering. U kunt kiezen tussen „Basisprofiel", „Hoofdprofiel" en
„Hoog profiel".
I Beeldinterval
Stel hier het I beeldinterval in. De waarde moet liggen in het bereik 1 – 100.
(Bijvoorbeeld: I Frame-interval = 50 -> om de 2 seconden een beeld op volledig scherm bij instelling van 25
beelden / seconden)
SVC (Scalable Video Coding)
SVC is een uitbreiding van de H.264-standaard. Het doel van de SVC-functie is om bij lage bandbreedte van
het netwerk automatisch de beeldfrequentie van de videostream aan te passen.
Smoothing (glad maken)
Een hogere waarde ondersteunt de vloeiende videoweergave, verlaagt echter de videokwaliteit enigszins.
Klik op "Opslaan" om de instellingen over te nemen
231